Resumen
Alemán a neerlandés: más información...
- hervorbringen:
-
Wiktionary:
- hervorbringen → schenken, geven, doneren, aandoen, aandraaien, aansteken, schakelen, inschakelen, aanbotsen, geduwd worden, zich stoten, aangeven, aanreiken, doorbrengen, verdrijven, uitgaan, uitkomen, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, opbrengen, toebrengen, toekennen, verlenen, afwerpen, opleveren, voortbrengen
Alemán
Traducciones detalladas de hervorbringen de alemán a neerlandés
hervorbringen:
hervorbringen verbo (bringe hervor, bringst hervor, bringt hervor, brachte hervor, brachtet hervor, hervorgebracht)
-
hervorbringen (entwerfen; konstruieren; entwickeln; kreieren; erfinden)
-
hervorbringen (ins Leben rufen; machen; produzieren; herstellen; kreieren; schaffen; verfertigen; bilden; erschaffen; fabrizieren; entwickeln; tun; konstruieren; entwerfen; erzeugen; schöpfen; gestalten; erfinden; anfertigen; formen; entstehen; skizzieren)
maken; scheppen; in het leven roepen-
in het leven roepen verbo (roep in het leven, roept in het leven, riep in het leven, riepen in het leven, in het leven geroepen)
-
hervorbringen (züchten; ziehen; fortpflanzen)
-
hervorbringen (züchten; erzeugen; kultivieren; anbauen; fortpflanzen; aufziehen; umbauen; treiben; anpflanzen; aufbauen; umgestalten; ziehen; hegen; heranziehen; zeugen; umwandeln; heranbilden)
kweken; fokken; voortbrengen; genereren; verbouwen; procreëren; planten; telen; aankweken; aanplanten; opkweken-
procreëren verbo
-
hervorbringen (zum Vorschein bringen)
-
hervorbringen (schwer zu trägen sein; tragen; schleppen)
-
hervorbringen (öffnen; offenbaren; vorführen; eröffnen; erleuchten; entschleiern; vorweisen; kundgeben; freigeben)
-
hervorbringen
Conjugaciones de hervorbringen:
Präsens
- bringe hervor
- bringst hervor
- bringt hervor
- bringen hervor
- bringt hervor
- bringen hervor
Imperfekt
- brachte hervor
- brachtest hervor
- brachte hervor
- brachten hervor
- brachtet hervor
- brachten hervor
Perfekt
- habe hervorgebracht
- hast hervorgebracht
- hat hervorgebracht
- haben hervorgebracht
- habt hervorgebracht
- haben hervorgebracht
1. Konjunktiv [1]
- hervorbringe
- hervorbringest
- hervorbringe
- hervorbringen
- hervorbringet
- hervorbringen
2. Konjunktiv
- hervorbrächte
- hervorbrächtest
- hervorbrächte
- hervorbrächten
- hervorbrächtet
- hervorbrächten
Futur 1
- werde hervorbringen
- wirst hervorbringen
- wird hervorbringen
- werden hervorbringen
- werdet hervorbringen
- werden hervorbringen
1. Konjunktiv [2]
- würde hervorbringen
- würdest hervorbringen
- würde hervorbringen
- würden hervorbringen
- würdet hervorbringen
- würden hervorbringen
Diverses
- bringe hervor!
- bringt hervor!
- bringen Sie hervor!
- hervorgebracht
- hervorbringend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Translation Matrix for hervorbringen:
Sinónimos de "hervorbringen":
Wiktionary: hervorbringen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hervorbringen | → schenken; geven; doneren; aandoen; aandraaien; aansteken; schakelen; inschakelen; aanbotsen; geduwd worden; zich stoten; aangeven; aanreiken; doorbrengen; verdrijven; uitgaan; uitkomen; uitlopen; uitstappen; uitstijgen; uittreden; opbrengen; toebrengen; toekennen; verlenen | ↔ donner — Faire un don ; transférer, sans rétribution, la propriété d’une chose que l’on posséder ou dont on jouir, à une autre personne. |
• hervorbringen | → afwerpen; opbrengen; opleveren; voortbrengen | ↔ produire — engendrer, donner naissance. |