Inicio ->Diccionarios ->alemán/neerlandés ->Buscar: heimsuchen

Resultados de heimsuchen en alemán y neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Alemán a neerlandés: más información...

heimsuchen:
- Wiktionary:
  heimsuchen → bezoeken
- Sinónimos de "heimsuchen":
  nachsetzen; jagen; verfolgen; weiter verfolgen
  packen; überkommen; übermannen

Alemán

Traducciones detalladas de heimsuchen de alemán a neerlandés

heimsuchen: ^{(*Aplicando el separador de palabras y frases)}

Heim: huis; verblijf; thuis; woning; residentie; woonhuis; asiel; opvangcentrum; hospitium
suchen: opzoeken; naslaan; onderzoeken; vorsen; snuffelen; speuren; rechercheren; naspeuring doen; vinden; zoeken
Suchen: zoeken; Zoeken; Opzoeken

Sugerencias ortográficas de: heimsuchen

herrschen; versuchen; feilschen; ersuchen; beimischen; Heimsuchung

heimsuchen:

Sinónimos de "heimsuchen":

nachsetzen; jagen; verfolgen; weiter verfolgen
packen; überkommen; übermannen

Wiktionary: heimsuchen

heimsuchen

verb

iemand kwellen
- bezoeken → heimsuchen; quälen

Traducciones automáticas externas:

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios