Inicio ->Diccionarios ->alemán/neerlandés ->Buscar: abstimmen

Resultados de abstimmen en alemán y neerlandés

Resumen
Alemán a neerlandés:   más información...
  1. abstimmen:
  2. Abstimmen:
  3. Wiktionary:

Alemán

Traducciones detalladas de abstimmen de alemán a neerlandés

abstimmen:

abstimmen verbo (stimme ab, stimmst ab, stimmt ab, stimmte ab, stimmtet ab, abgestimmt)

  1. abstimmen (ablehnen)
    bijstellen; afstemmen; regelen; afstellen
    • bijstellen verbo (stel bij, stelt bij, stelde bij, stelden bij, bijgesteld)
    • afstemmen verbo (stem af, stemt af, stemde af, stemden af, afgestemd)
    • regelen verbo (regel, regelt, regelde, regelden, geregeld)
    • afstellen verbo (stel af, stelt af, stelde af, stelden af, afgesteld)
  2. abstimmen (einstellen; gleichschalten; gleichrichten)
    afstemmen; afstellen
    • afstemmen verbo (stem af, stemt af, stemde af, stemden af, afgestemd)
    • afstellen verbo (stel af, stelt af, stelde af, stelden af, afgesteld)
  3. abstimmen (stimmen; wählen)
    kiezen; stemmen; zijn stem uitbrengen
  4. abstimmen (gleichschalten; gleichrichten)
    afstemmen; gelijkschakelen
    • afstemmen verbo (stem af, stemt af, stemde af, stemden af, afgestemd)
    • gelijkschakelen verbo (schakel gelijk, schakelt gelijk, schakelde gelijk, schakelden gelijk, gelijkgeschakeld)
  5. abstimmen
    afstemmen
    • afstemmen verbo (stem af, stemt af, stemde af, stemden af, afgestemd)

Conjugaciones de abstimmen:

Präsens
  1. stimme ab
  2. stimmst ab
  3. stimmt ab
  4. stimmen ab
  5. stimmt ab
  6. stimmen ab
Imperfekt
  1. stimmte ab
  2. stimmtest ab
  3. stimmte ab
  4. stimmten ab
  5. stimmtet ab
  6. stimmten ab
Perfekt
  1. habe abgestimmt
  2. hast abgestimmt
  3. hat abgestimmt
  4. haben abgestimmt
  5. habt abgestimmt
  6. haben abgestimmt
1. Konjunktiv [1]
  1. stimme ab
  2. stimmest ab
  3. stimme ab
  4. stimmen ab
  5. stimmet ab
  6. stimmen ab
2. Konjunktiv
  1. stimmte ab
  2. stimmtest ab
  3. stimmte ab
  4. stimmten ab
  5. stimmtet ab
  6. stimmten ab
Futur 1
  1. werde abstimmen
  2. wirst abstimmen
  3. wird abstimmen
  4. werden abstimmen
  5. werdet abstimmen
  6. werden abstimmen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde abstimmen
  2. würdest abstimmen
  3. würde abstimmen
  4. würden abstimmen
  5. würdet abstimmen
  6. würden abstimmen
Diverses
  1. stimm ab!
  2. stimmt ab!
  3. stimmen Sie ab!
  5. abgestimmt
  6. abstimmend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for abstimmen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
afstellen Abstimmen; Einstellen; Feineinstellung
afstemmen Abstimmen; Abstimmung; Einstellen; Feineinstellung
kiezen Stimmen; Wählen
regelen Abstimmen; Einstellen; Feineinstellung; Organisieren; Regeln
stemmen Stimmen; Wählen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
afstellen ablehnen; abstimmen; einstellen; gleichrichten; gleichschalten
afstemmen ablehnen; abstimmen; einstellen; gleichrichten; gleichschalten ablehnen; abschlagen; abweisen; ausschlagen; einbauen; einführen; eingeben; einsetzen; einspeisen; einstellen; eintippen; führen; hineinstecken; importieren; inaugurieren; initiieren; installieren; starten; verweigern; verwerfen; zurückweisen
bijstellen ablehnen; abstimmen anpassen; anprobieren
gelijkschakelen abstimmen; gleichrichten; gleichschalten
kiezen abstimmen; stimmen; wählen auslesen; auswählen; herauspicken; heraussuchen; selektieren; sichten; sieben; sortieren; wählen
regelen ablehnen; abstimmen Maßregeln treffen; anordnen; aufbauen; aufstellen; ausrichten; bauen; deichseln; einrichten; erbauen; errichten; herrichten; in Ordnung bringen; klären; ordnen; organisieren; regeln; regulieren; steuern; veranstalten
stemmen abstimmen; stimmen; wählen
zijn stem uitbrengen abstimmen; stimmen; wählen

Sinónimos de "abstimmen":


Wiktionary: abstimmen

Cross Translation:
FromToVia
• abstimmen → reconcilieren; verzoenen ↔ reconcile — to restore a friendly relationship
• abstimmen → balloteren; kiezen; stemmen ↔ élire — Choisir entre plusieurs personnes ou plusieurs choses. (Sens général).

Abstimmen:

Abstimmen [das ~] sustantivo

  1. Abstimmen (Einstellen; Feineinstellung)
    afstemmen; het regelen; instellen; afstellen; inregelen

Translation Matrix for Abstimmen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
afstellen Abstimmen; Einstellen; Feineinstellung
afstemmen Abstimmen; Einstellen; Feineinstellung Abstimmung
inregelen Abstimmen; Einstellen; Feineinstellung
instellen Abstimmen; Einstellen; Feineinstellung Einschätzung; Peilung
regelen Abstimmen; Einstellen; Feineinstellung Organisieren; Regeln
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
afstellen ablehnen; abstimmen; einstellen; gleichrichten; gleichschalten
afstemmen ablehnen; abschlagen; abstimmen; abweisen; ausschlagen; einbauen; einführen; eingeben; einsetzen; einspeisen; einstellen; eintippen; führen; gleichrichten; gleichschalten; hineinstecken; importieren; inaugurieren; initiieren; installieren; starten; verweigern; verwerfen; zurückweisen
instellen einbauen; einführen; eingeben; einsetzen; einspeisen; einstellen; eintippen; errichten; führen; gründen; hineinstecken; importieren; inaugurieren; initiieren; installieren; starten
regelen Maßregeln treffen; ablehnen; abstimmen; anordnen; aufbauen; aufstellen; ausrichten; bauen; deichseln; einrichten; erbauen; errichten; herrichten; in Ordnung bringen; klären; ordnen; organisieren; regeln; regulieren; steuern; veranstalten

Sinónimos de "Abstimmen":


Traducciones automáticas externas:






Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0669 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos