Resumen
Alemán a neerlandés:   más información...
  1. zusammenharken:


Alemán

Traducciones detalladas de zusammenharken de alemán a neerlandés

zusammenharken:

zusammenharken verbo

  1. zusammenharken (harken; rechen)
    aanharken
    • aanharken verbo (hark aan, harkt aan, harkte aan, harkten aan, aangeharkt)

Translation Matrix for zusammenharken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aanharken harken; rechen; zusammenharken

Sinónimos de "zusammenharken":

  • zusammenrechen