Resumen
Inglés a neerlandés:   más información...
  1. bandage:
  2. Wiktionary:
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. bandage:
    La palabra bandage existe en nuestra base de datos, pero actualmente no disponemos de traducción de Dutch a English.


Inglés

Traducciones detalladas de bandage de inglés a neerlandés

bandage:

bandage [the ~] sustantivo

  1. the bandage (ligature; swathe)
    het verband; zwachteling
  2. the bandage (mitella; sling)
    de mitella; banddoek; de draagband; het draagverband
  3. the bandage
    het windsel
  4. the bandage (swathing-band; swathe; swaddling bands)
    de zwachtel

to bandage verbo (bandages, bandaged, bandaging)

  1. to bandage (swathe)
    zwachtelen
    • zwachtelen verbo (zwachtel, zwachtelt, zwachtelde, zwachtelden, gezwachteld)

Conjugaciones de bandage:

present
  1. bandage
  2. bandage
  3. bandages
  4. bandage
  5. bandage
  6. bandage
simple past
  1. bandaged
  2. bandaged
  3. bandaged
  4. bandaged
  5. bandaged
  6. bandaged
present perfect
  1. have bandaged
  2. have bandaged
  3. has bandaged
  4. have bandaged
  5. have bandaged
  6. have bandaged
past continuous
  1. was bandaging
  2. were bandaging
  3. was bandaging
  4. were bandaging
  5. were bandaging
  6. were bandaging
future
  1. shall bandage
  2. will bandage
  3. will bandage
  4. shall bandage
  5. will bandage
  6. will bandage
continuous present
  1. am bandaging
  2. are bandaging
  3. is bandaging
  4. are bandaging
  5. are bandaging
  6. are bandaging
subjunctive
  1. be bandaged
  2. be bandaged
  3. be bandaged
  4. be bandaged
  5. be bandaged
  6. be bandaged
diverse
  1. bandage!
  2. let's bandage!
  3. bandaged
  4. bandaging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for bandage:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
banddoek bandage; mitella; sling
draagband bandage; mitella; sling strap
draagverband bandage; mitella; sling
mitella bandage; mitella; sling
verband bandage; ligature; swathe association; bond; connection; contact; junction; liaison; link; relation; relationship; relative context; sterilized gauze
windsel bandage
zwachtel bandage; swaddling bands; swathe; swathing-band
zwachteling bandage; ligature; swathe
- patch
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
zwachtelen bandage; swathe
- bind

Palabras relacionadas con "bandage":


Sinónimos de "bandage":


Definiciones relacionadas de "bandage":

  1. a piece of soft material that covers and protects an injured part of the body1
  2. dress by covering or binding1
    • The nurse bandaged a sprained ankle1
    • bandage an incision1
  3. wrap around with something so as to cover or enclose1

Wiktionary: bandage

bandage
noun
  1. medical binding
bandage
verb
  1. geheel omwinden met een zwachtel
noun
  1. een stuk stof om een wond e.d. mee af te dekken

Cross Translation:
FromToVia
bandage verbinden; zwachtelen; inzwachtelen; omzwachtelen; nauwer aanhalen; opwinden; spannen; strekken; uitrekken bander — (familier, fr) Occitanie|fr exaspérer, gonfler.
bandage baken; inbakeren; inzwachtelen; omwikkelen emmaillotermettre un petit enfant dans un maillot.
bandage afrossen; roskammen; een verband omleggen; verzorgen van een wond; verbinden; zwachtelen; inzwachtelen; omzwachtelen panser — Soigner une plaie, une blessure, lui faire un pansement.

Traducciones relacionadas de bandage