Inglés

Traducciones detalladas de chaser de inglés a neerlandés

chaser:


Translation Matrix for chaser:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
- pursuer

Sinónimos de "chaser":


Definiciones relacionadas de "chaser":

  1. a drink to follow immediately after another drink1
  2. a person who is pursuing and trying to overtake or capture1

Wiktionary: chaser

chaser
noun
  1. a person or thing (ship, plane, car, etc.) who chases

chase:

to chase verbo (chases, chased, chasing)

  1. to chase (pursue; persecute; haunt; run after)
    achtervolgen; achternazitten; volgen; nazitten
    • achtervolgen verbo (achtervolg, achtervolgt, achtervolgde, achtervolgden, achtervolgd)
    • achternazitten verbo (zit achterna, zat achterna, zaten achterna, achternagezeten)
    • volgen verbo (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
    • nazitten verbo (zit na, zat na, zaten na, nagezeten)
  2. to chase
    jachten; ophitsen; voortjagen; opjagen; opdrijven
    • jachten verbo (jacht, jachtte, jachtten, gejacht)
    • ophitsen verbo (hits op, hitst op, hitste op, hitsten op, opgehitst)
    • voortjagen verbo (jaag voort, jaagt voort, joeg voort, joegen voort, voortgejaagd)
    • opjagen verbo (jaag op, jaagt op, jaagde op, jaagden op, opgejaagd)
    • opdrijven verbo (drijf op, drijft op, dreef op, dreven op, opgedreven)
  3. to chase (strive after; pursue; persecute; aim for; haunt)
    nastreven; vervolgen; najagen; trachten te verkrijgen
    • nastreven verbo (streef na, streeft na, streefde na, streefden na, nagestreefd)
    • vervolgen verbo (vervolg, vervolgt, vervolgde, vervolgden, vervolgd)
    • najagen verbo (jaag na, jaagt na, joeg na, joegen na, nagejaagd)
  4. to chase (run after; follow; pursue; )
    volgen; achternagaan; nalopen; achternalopen
    • volgen verbo (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
    • achternagaan verbo (ga achterna, gaat achterna, ging achterna, gingen achterna, achternagegaan)
    • nalopen verbo (loop na, loopt na, liep na, liepen na, nagelopen)
    • achternalopen verbo (loop achterna, loopt achterna, liep achterna, liepen achterna, achternagelopen)

Conjugaciones de chase:

present
  1. chase
  2. chase
  3. chases
  4. chase
  5. chase
  6. chase
simple past
  1. chased
  2. chased
  3. chased
  4. chased
  5. chased
  6. chased
present perfect
  1. have chased
  2. have chased
  3. has chased
  4. have chased
  5. have chased
  6. have chased
past continuous
  1. was chasing
  2. were chasing
  3. was chasing
  4. were chasing
  5. were chasing
  6. were chasing
future
  1. shall chase
  2. will chase
  3. will chase
  4. shall chase
  5. will chase
  6. will chase
continuous present
  1. am chasing
  2. are chasing
  3. is chasing
  4. are chasing
  5. are chasing
  6. are chasing
subjunctive
  1. be chased
  2. be chased
  3. be chased
  4. be chased
  5. be chased
  6. be chased
diverse
  1. chase!
  2. let's chase!
  3. chased
  4. chasing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

chase [the ~] sustantivo

  1. the chase (pursuit; persecution)
    de achtervolging

Translation Matrix for chase:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
achtervolgen following; pursuing; tailing
achtervolging chase; persecution; pursuit
najagen aiming for; seeking after
nastreven aiming for; seeking after
ophitsen incitement; instigation; stirring up
volgen following; pursuing; tailing
- following; pursual; pursuit
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
achternagaan chase; ensue; follow; go after; pursue; run after; track
achternalopen chase; ensue; follow; go after; pursue; run after; track
achternazitten chase; haunt; persecute; pursue; run after
achtervolgen chase; haunt; persecute; pursue; run after
jachten chase hasten; hurry; hurry up; hustle; rush; storm
najagen aim for; chase; haunt; persecute; pursue; strive after
nalopen chase; ensue; follow; go after; pursue; run after; track
nastreven aim for; chase; haunt; persecute; pursue; strive after
nazitten chase; haunt; persecute; pursue; run after
opdrijven chase force up; puff up; push on
ophitsen chase badger; bait; give rise to; incite; instigate; needle; provoke; stir up
opjagen chase hasten; hurry; move it; rush
trachten te verkrijgen aim for; chase; haunt; persecute; pursue; strive after
vervolgen aim for; chase; haunt; persecute; pursue; strive after adjudicate; bring action against; carry on; condemn; continue; get on; go on; go through with it; hold on; judge; keep on; keep up; let last; move on; persist; proceed; prosecute; pursue the subject; sentence; try
volgen chase; ensue; follow; go after; haunt; persecute; pursue; run after; track accompany; chaperon; come along with; conduct; escort; follow; imitate; walk along; watch
voortjagen chase push on
- chamfer; chase after; dog; furrow; give chase; go after; tag; tail; track; trail
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
- search

Palabras relacionadas con "chase":

  • chasing, chases

Sinónimos de "chase":


Definiciones relacionadas de "chase":

  1. the act of pursuing in an effort to overtake or capture1
  2. a rectangular metal frame used in letterpress printing to hold together the pages or columns of composed type that are printed at one time1
  3. cut a furrow into a columns1
  4. cut a groove into1
    • chase silver1
  5. go after with the intent to catch1
    • The policeman chased the mugger down the alley1
    • the dog chased the rabbit1
  6. pursue someone sexually or romantically1

Wiktionary: chase

chase
verb
  1. to pursue, to follow at speed
noun
  1. action of the verb "to chase"
  2. country estate
chase
verb
  1. (overgankelijk) achter iets aanzitten

Cross Translation:
FromToVia
chase jacht Jagdübertragen, vor allem auch in Zusammensetzungen: die Verfolgung, Aufklärung
chase jacht maken op; jagen; bejagen chasser — Traductions à trier suivant le sens
chase drijven; aandrijven; opjagen; voortdrijven pourchasserpoursuivre ou rechercher avec obstination, avec ardeur.
chase najagen; narennen; achtervolgen; vervolgen; drijven; aandrijven; opjagen; voortdrijven poursuivresuivre quelqu’un avec application, avec ardeur, courir après quelqu’un dans le dessein de l’atteindre, de le prendre.
chase douwen; dringen; duwen; stoten; aanduwen; drijven; aandrijven; opjagen; voortdrijven pousser — Faire pression contre quelqu’un ou contre quelque chose, pour le déplacer ou l’ôter de sa place.

Traducciones relacionadas de chaser