Resumen
Inglés a neerlandés: más información...
- rich:
-
Wiktionary:
- rich → rijk, rijkelijk
- rich → rijk, overvloedig, rijkelijk, abundant, uitbundig, volop, weelderig, welig, breedvoerig, groot, royaal, ruim, uitgestrekt, slobberig, breed, wijd, omvangrijk, uitgebreid, veelomvattend, gefortuneerd, vermogend
Inglés
Traducciones detalladas de rich de inglés a neerlandés
rich:
-
rich (filling; heavy)
zwaar; moeilijk verteerbaar; machtig; slecht verteerbaar-
zwaar adj.
-
moeilijk verteerbaar adj.
-
machtig adj.
-
slecht verteerbaar adj.
-
-
rich (abundant; extensive; comprehensive; lavish; elaborate; plentifull; ample; amply; copious; wide; widespread; detailed)
ruimschoots; rijkelijk; overvloedig; royaal; scheutig-
ruimschoots adv.
-
rijkelijk adj.
-
overvloedig adj.
-
royaal adj.
-
scheutig adj.
-
-
rich (flourishing; prosperous; wealthy; thriving; well; healthy; well-of; in good health)
-
rich (roll in money; rolling in the dough)
Translation Matrix for rich:
Palabras relacionadas con "rich":
Sinónimos de "rich":
Antónimos de "rich":
Definiciones relacionadas de "rich":
Wiktionary: rich
rich
Cross Translation:
adjective
rich
-
having wealth
- rich → rijk
adjective
Cross Translation: