Inglés

Traducciones detalladas de bare de inglés a neerlandés

bare:

bare adj.

  1. bare (barren)
  2. bare (uncovered; nude)
  3. bare (uncovered; open)
  4. bare (stripped)
    – having everything extraneous removed including contents 1
    kaal; kale

to bare verbo (bares, bared, baring)

  1. to bare (take advantage of; exploit; strip)
    uitbuiten; beroven; ontdoen
    • uitbuiten verbo (buit uit, buitte uit, buitten uit, uitgebuit)
    • beroven verbo (beroof, berooft, beroofde, beroofden, beroven)
    • ontdoen verbo (ontdoe, ontdoet, ontdeed, ontdeden, ontdaan)
  2. to bare (uncover; strip)
    bloot leggen; ontbloten
    • bloot leggen verbo (leg bloot, legt bloot, legde bloot, legden bloot, bloot gelegd)
    • ontbloten verbo (ontbloot, ontblootte, ontblootten, ontbloot)
  3. to bare (uncover)
    openbreken; openleggen
    • openbreken verbo (breek open, breekt open, brak open, braken open, opengebroken)
    • openleggen verbo (leg open, legt open, legde open, legden open, opengelegd)

Conjugaciones de bare:

present
  1. bare
  2. bare
  3. bares
  4. bare
  5. bare
  6. bare
simple past
  1. bared
  2. bared
  3. bared
  4. bared
  5. bared
  6. bared
present perfect
  1. have bared
  2. have bared
  3. has bared
  4. have bared
  5. have bared
  6. have bared
past continuous
  1. was baring
  2. were baring
  3. was baring
  4. were baring
  5. were baring
  6. were baring
future
  1. shall bare
  2. will bare
  3. will bare
  4. shall bare
  5. will bare
  6. will bare
continuous present
  1. am baring
  2. are baring
  3. is baring
  4. are baring
  5. are baring
  6. are baring
subjunctive
  1. be bared
  2. be bared
  3. be bared
  4. be bared
  5. be bared
  6. be bared
diverse
  1. bare!
  2. let's bare!
  3. bared
  4. baring
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for bare:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bar bar; café; coffeeshop; inn; liquor cabinet; pub; tavern
kale baldhead; baldpate
ontdoen disposing of; getting rid of
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
beroven bare; exploit; strip; take advantage of break in; break into a house; commit burglary; plunder; rob; snatch
bloot leggen bare; strip; uncover admit; disclose; reveal
ontbloten bare; strip; uncover
ontdoen bare; exploit; strip; take advantage of discard; dispose
openbreken bare; uncover break open; crack; decode; force open; tear open
openleggen bare; uncover
uitbuiten bare; exploit; strip; take advantage of exploit
- air; denudate; denude; publicise; publicize; strip
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
bar bare; barren abominable; meager; meagre; miserable; paltry; poor; terrible
kaal bare; stripped bald; barren; hairless; inhospitable; without hair
kale bare; stripped
onbegroeid bare; barren
ontbloot bare; nude; uncovered
onverhuld bare; open; uncovered
- au naturel; barren; bleak; desolate; marginal; mere; naked; nude; plain; scanty; simple; spare; stark; unembellished; unfinished; unornamented; unsheathed
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
- uncovered

Palabras relacionadas con "bare":


Sinónimos de "bare":


Antónimos de "bare":


Definiciones relacionadas de "bare":

  1. lacking embellishment or ornamentation1
  2. lacking in amplitude or quantity1
    • a bare livelihood1
  3. completely unclothed1
    • bare bodies1
  4. having everything extraneous removed including contents1
    • the bare walls1
    • the cupboard was bare1
  5. providing no shelter or sustenance1
    • bare rocky hills1
  6. lacking its natural or customary covering1
    • a bare hill1
    • bare feet1
  7. lacking a surface finish such as paint1
    • bare wood1
  8. apart from anything else; without additions or modifications1
    • only the bare facts1
  9. not having a protective covering1
    • a bare blade1
  10. just barely adequate or within a lower limit1
    • a bare majority1
  11. lay bare1
  12. make public1
  13. lay bare1
    • bare your breasts1
    • bare your feelings1

Wiktionary: bare

bare
adjective
  1. having no decoration
  2. naked, uncovered

Cross Translation:
FromToVia
bare kaal; kaalhoofdig chauve — Qui n’a plus de cheveux
bare gappen; ontvreemden; stelen; afpellen; jassen; schillen; beroven; ontnemen; ontdoen; ontvellen; stropen; villen; ontbloten; ontdekken dépouiller — Traductions à trier suivant le sens
bare bloot; naakt; onbedekt; onopgesmukt nu — Qui n’a pas de vêtements, qui dévêtir.
bare leeg; ledig; onbezet; opengevallen; vacant; behoeftig; berooid; nooddruftig; hol; lens; loos vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de.

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de bare



Neerlandés

Traducciones detalladas de bare de neerlandés a inglés

baar:

baar adj.

  1. baar (cash; contant)
    cash

baar [de ~ (m)] sustantivo

  1. de baar (cash; specie)
    the cash money; the ready money

Translation Matrix for baar:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
cash centen; contant geld; duit; duiten; geld; geldstukken; kasgeld; kasgelden; kasmiddelen; kasvoorraad; poen
cash money baar; cash; specie kasvoorraad
ready money baar; cash; specie
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
cash geld in ontvangst nemen; in geld omzetten; incasseren; innen; uitbetalen; verzilveren
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
cash baar; cash; contant

Palabras relacionadas con "baar":


Wiktionary: baar

baar
adjective
  1. In gereed geld, cash
baar
noun
  1. a solid block of more or less pure metal
  2. a stretcher having wheeled legs
  3. money in the form of notes/bills and coins
  4. litter to transport the corpse of a dead person
  5. metallurgy: solid object of round, square, hexagonal, octagonal or rectangular section
  6. solid object with uniform cross-section
  7. simple litter designed to carry a sick, injured, or dead person

Cross Translation:
FromToVia
baar bar; pole; rod; handle; shaft; staff; stake; stave; spar barreaubarre de bois ou de fer qui sert de clôture.
baar stick; rod; staff; stave; spar; baton; cane bâton — Morceau de bois assez long
baar fishing rod; pole; bar; handle; shaft; staff; stake; stave; spar gaule — Grande perche.
baar wave vague — Masse d’eau agitée

bare forma de bar:

bar [de ~] sustantivo

  1. de bar (café; kroeg; taveerne; lokaliteit; tapperij)
    the café; the coffeeshop
    – a small restaurant where drinks and snacks are sold 1
    the pub
    – tavern consisting of a building with a bar and public rooms; often provides light meals 1
    • pub [the ~] sustantivo
    the bar; the tavern; the inn
    • bar [the ~] sustantivo
    • tavern [the ~] sustantivo
    • inn [the ~] sustantivo
  2. de bar (tapkast; spon; drankbuffet; )
    the liquor cabinet; the bar

bar adj.

  1. bar (onbegroeid)
    bare; barren
  2. bar (armzalig; ellendig; erg; )
    terrible; miserable; abominable; poor; paltry; meagre; meager

Translation Matrix for bar:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bar bar; buffet; café; drankbuffet; kroeg; lokaliteit; spon; tap; tapkast; tapperij; taveerne; toog baton; coffeeshop; dwarsbalk; dwarshout; gelagkamer; hindernis; hinderpaal; kruishout; pastille; plak; reep; reep chocolade; ritshout; roadblock; spijl; staaf; staf; stang; stijl; stok; tablet; tralie; versperring
café bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne bierhuis; buitencafé; coffeeshop; espressobar; koffiehuis; koffieshop; lunchlokaliteit; lunchroom; theehuis; uitspanning
coffeeshop bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne espressobar; koffiehuis; koffieshop; theehuis
inn bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne boerenherberg; gasthuis; herberg; logement; uitspanning
liquor cabinet bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog
pub bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne biercafé; buitencafé; café; café-hotel; dorpscafé; herberg; knijp; kroeg; tapperij; taveerne
tavern bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café-hotel; herberg; knijp; uitspanning
- café; kroeg
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bar afgrendelen; afschermen; barricaderen; traliën; versperren
bare beroven; bloot leggen; ontbloten; ontdoen; openbreken; openleggen; uitbuiten
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
abominable armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig barbaars; beestachtig; bruut; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; schandalig; verfoeilijk; wreed
bare bar; onbegroeid kaal; kale; ontbloot; onverhuld
barren bar; onbegroeid dor; droog; infertiel; kaal; onbehaard; ongastvrij; onherbergzaam; onvruchtbaar; ruig; schraal; steriel; verdord; zonder haar
meager armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel
meagre armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel
miserable armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig aan lager wal; akelig; armoedig; beroerd; berooid; deplorabel; ellendig; flodderig; haveloos; karig; lamlendig; lamzalig; mager; meelijwekkend; miserabel; naar; pover; schamel; schraal; sjofel; sjofeltjes; verlopen
paltry armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig armoedig; flodderig; haveloos; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen
poor armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig arm; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; behoeftig; berooid; dor; flodderig; gebrekkig; haveloos; inferieur; karig; klungelig; kommerlijk; krukkig; mager; matig; middelmatig; min; minderwaardig; minvermogend; misdeeld; niet al te best; noodlijdend; onbeduidend; onbeholpen; onbemiddeld; ondermaats; ondeugdelijk; ongegoed; onhandig; onvermogend; pover; schamel; schraal; schutterig; sjofel; sjofeltjes; slap; slapjes; slecht; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; tweederangs; verlopen; zwak; zwakjes
terrible armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig ellendig; funest; geducht; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; in hoge mate; noodlottig; ongelukkig; ontzettend; rampzalig; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; schromelijk; verschrikkelijk; vreselijk

Palabras relacionadas con "bar":


Sinónimos de "bar":


Definiciones relacionadas de "bar":

  1. heel erg2
    • het is bar koud vandaag2
  2. hoge toonbank in een café2
    • we dronken een pilsje aan de bar2
  3. waar je heen gaat om iets te drinken2
    • ik heb in die bar met hem afgesproken2

Wiktionary: bar

bar
noun
  1. unit of pressure
  2. closet containing alcoholic beverages in a private house or a hotel room
  3. counter of such a premises
  4. business licensed to sell intoxicating beverages

Cross Translation:
FromToVia
bar bar Bar — eine Maßeinheit für den Druck; 1 bar = 105 N/m² = 105 Pa
bar austere; severe; strict; harsh; sharp; stark; stern austère — Qui est rigoureux pour le corps et qui mortifier les sens et l’esprit. — note Se dit surtout des doctrines et des pratiques religieux.
bar bar bar — Débit de boisson
bar severe; strict; austere; hard; harsh; sharp; stark; stern; tough sévère — Qui est rigide, sans indulgence.

Traducciones automáticas externas: