Resumen
Inglés a neerlandés:   más información...
  1. heir:
  2. Wiktionary:
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. heir:
  2. Wiktionary:


Inglés

Traducciones detalladas de heir de inglés a neerlandés

heir:

heir [the ~] sustantivo

  1. the heir (inheritor)
    de erfgenaam

Translation Matrix for heir:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
erfgenaam heir; inheritor
- heritor; inheritor; successor
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
universeel DC; all-purpose; general rule; general-purpose; heir; universal
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
- beneficiary
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
algemeen geldend DC; all-purpose; general rule; general-purpose; heir; universal

Palabras relacionadas con "heir":

  • heirs

Sinónimos de "heir":


Definiciones relacionadas de "heir":

  1. a person who is entitled by law or by the terms of a will to inherit the estate of another1
  2. a person who inherits some title or office1

Wiktionary: heir

heir
noun
  1. one who inherits, or has been designated to inherit, a hereditary title or office
  2. one who inherits, or is designated to inherit, the property of another
heir
noun
  1. man die andermans bezittingen of titel(s) erft

Traducciones relacionadas de heir



Neerlandés

Traducciones detalladas de heir de neerlandés a inglés

heir:

heir [znw.] sustantivo

  1. heir (strijdmacht; leger; legermacht; krijgsmacht)
    the army; the military forces; the military force; the landforces; the forces; the armed forces
    the force
    – a unit that is part of some military service 1
    • force [the ~] sustantivo
      • he sent Caesar a force of six thousand men1

Translation Matrix for heir:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
armed forces heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht krijgsmacht; landsverdediging; leger; legermacht; strijdkrachten; strijdmacht; troepenmacht
army heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht heerschaar; krijgsmacht; landleger; landmacht; leger; legermacht; legerschaar; strijdmacht; troepenmacht
force heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht aandrijfkracht; aandrijving; drijfkracht; forceren; geweld; kracht; krijgsmacht; leger; legermacht; macht; mankracht; motor; opdringen; strijdmacht; stuwkracht; troepenmacht; vermogen
forces heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht stuwkrachten
landforces heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht landleger; landmacht
military force heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht inzet van het leger; krijgsmacht; leger; legermacht; militair geweld; militair optreden; strijdmacht; troepenmacht
military forces heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht strijdkrachten
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
force bevelen; commanderen; decreteren; doordrijven; dwingen; dwingen te doen; forceren; gebieden; gelasten; noodzaken tot; opdragen; opdringen; verordenen; verordonneren

Wiktionary: heir

heir
en-plural noun
  1. the military forces of a nation