Inglés

Traducciones detalladas de temper de inglés a neerlandés

temper forma de temp:

temp [the ~] sustantivo

  1. the temp (temporary employee; temporary worker; temporary helper)
    de uitzendkracht

Translation Matrix for temp:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
uitzendkracht temp; temporary employee; temporary helper; temporary worker
- temporary; temporary worker

Palabras relacionadas con "temp":


Sinónimos de "temp":


Definiciones relacionadas de "temp":

  1. a worker (especially in an office) hired on a temporary basis1

temper:

temper [the ~] sustantivo

  1. the temper (mood; humour; state of mind; humor)
    het humeur; de stemming; de gemoedsstemming; de gemoedstoestand; de bui; de gemoedsgesteldheid
  2. the temper (frame of mind; mood; humour; humor)
    de stemming; de gemoedstoestand
  3. the temper (tantrum; fit)
    de woedeaanval; de driftbui
  4. the temper (temperament; liveliness; vivacity; )
    het temperament; de vurigheid

Translation Matrix for temper:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bui humor; humour; mood; state of mind; temper caprice; downpour; fancy; mood; quirk; shower; spur of the moment; whim
driftbui fit; tantrum; temper
gemoedsgesteldheid humor; humour; mood; state of mind; temper disposition; inclination; mental state; nature
gemoedsstemming humor; humour; mood; state of mind; temper
gemoedstoestand frame of mind; humor; humour; mood; state of mind; temper
humeur humor; humour; mood; state of mind; temper
stemming frame of mind; humor; humour; mood; state of mind; temper mental state; vote
temperament disposition; excitement; inclination; liveliness; nature; proclivity; rush; temper; temperament; vivacity disposition; inclination; nature
vurigheid disposition; excitement; inclination; liveliness; nature; proclivity; rush; temper; temperament; vivacity ardor; ardour; craze; fieriness; fire; heartiness; passion
woedeaanval fit; tantrum; temper
- biliousness; humor; humour; irritability; irritation; mood; peevishness; pettishness; pique; snappishness; surliness; toughness
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
- anneal; chasten; harden; moderate; mollify; normalise; normalize; season
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
- take the chill off; warm

Palabras relacionadas con "temper":


Sinónimos de "temper":


Definiciones relacionadas de "temper":

  1. a disposition to exhibit uncontrolled anger1
    • his temper was well known to all his employees1
  2. the elasticity and hardness of a metal object; its ability to absorb considerable energy before cracking1
  3. a sudden outburst of anger1
    • his temper sparked like damp firewood1
  4. a characteristic (habitual or relatively temporary) state of feeling1
    • whether he praised or cursed me depended on his temper at the time1
  5. restrain1
  6. make more temperate, acceptable, or suitable by adding something else; moderate1
    • she tempered her criticism1
  7. adjust the pitch (of pianos)1
  8. harden by reheating and cooling in oil1
    • temper steel1
  9. bring to a desired consistency, texture, or hardness by a process of gradually heating and cooling1
    • temper glass1

Wiktionary: temper

temper
noun
  1. state of mind
  2. heat treatment
verb
  1. to moderate or control
temper
noun
  1. mentale of emotionele toestand

Cross Translation:
FromToVia
temper harden; stalen; temperen durcir — Durcir
temper lichaamsvocht; gemoedsgesteldheid; humeur; humor humeur — (vieilli) Toute substance liquide qui se trouver dans un organisme.

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de temper



Neerlandés

Traducciones detalladas de temper de neerlandés a inglés

temperen:

temperen verbo (temper, tempert, temperde, temperden, getemperd)

  1. temperen
    to damp; to reduce
    • damp verbo (damps, damped, damping)
    • reduce verbo (reduces, reduced, reducing)
  2. temperen (zich matigen; dempen; matigen)
    to restrain; to moderate
    • restrain verbo (restrains, restrained, restraining)
    • moderate verbo (moderates, moderated, moderating)

Conjugaciones de temperen:

o.t.t.
  1. temper
  2. tempert
  3. tempert
  4. temperen
  5. temperen
  6. temperen
o.v.t.
  1. temperde
  2. temperde
  3. temperde
  4. temperden
  5. temperden
  6. temperden
v.t.t.
  1. heb getemperd
  2. hebt getemperd
  3. heeft getemperd
  4. hebben getemperd
  5. hebben getemperd
  6. hebben getemperd
v.v.t.
  1. had getemperd
  2. had getemperd
  3. had getemperd
  4. hadden getemperd
  5. hadden getemperd
  6. hadden getemperd
o.t.t.t.
  1. zal temperen
  2. zult temperen
  3. zal temperen
  4. zullen temperen
  5. zullen temperen
  6. zullen temperen
o.v.t.t.
  1. zou temperen
  2. zou temperen
  3. zou temperen
  4. zouden temperen
  5. zouden temperen
  6. zouden temperen
en verder
  1. ben getemperd
  2. bent getemperd
  3. is getemperd
  4. zijn getemperd
  5. zijn getemperd
  6. zijn getemperd
diversen
  1. temper!
  2. tempert!
  3. getemperd
  4. temperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for temperen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
damp temperen
moderate dempen; matigen; temperen; zich matigen bedaren; bedwingen; beheersen; bemakkelijken; besparen; beteugelen; geld besparen; intomen; matigen; met mate gebruiken; minder gebruiken; simplificeren; vereenvoudigen; vergemakkelijken; versoberen
reduce temperen afnemen; afprijzen; beknotten; beperken; disloqueren; door koken dikker maken; door koken verdikken; herleiden; inbinden; indikken; inkoken; inkrimpen; inperken; kleiner maken; krimpen; lager maken; minder maken; minder worden; minderen; minimaliseren; reduceren; roeren; slinken; terugvoeren; verdikken; verkleinen; verkorten; verlagen; verleggen; verminderen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten
restrain dempen; matigen; temperen; zich matigen achterhouden; afhouden; bedwingen; beheersen; beletten; beteugelen; ervanaf houden; geen afstand doen van; houden; in bedwang houden; inhouden; intomen; weerhouden
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
damp damp uitwasemend; dampig; humide; met neerslag; nat; regenachtig; vochtig
moderate billijk; gematigd; geschikt; getemperd; middelmatige; moderaat; redelijk; schappelijk

Wiktionary: temperen

temperen
verb
  1. to reduce the excessiveness
  2. make less severe
  3. to reduce to a low degree of vigor or activity

Cross Translation:
FromToVia
temperen put to sleep assoupirendormir à demi.
temperen harden; temper; season; steel; toughen durcir — Durcir
temperen mix; blend; mingle; shuffle mélanger — Unir plusieurs choses ensemble pour former un tout
temperen slow down; moderate; abate; alleviate; decelerate ralentir — transitif|fr diminuer la vitesse.
temperen return; turn over; turn around; turn round; inside out; turn; revolve; whirl; relay; resend; send back; blend; mingle; mix; shuffle; invert; reverse retourneraller de nouveau en un lieu.

Traducciones automáticas externas: