Resumen
Inglés a neerlandés: más información...
-
claim:
- eisen; aanspraak maken op; vorderen; opeisen; rekwireren; opvorderen; aanvragen; verzoeken; opvragen; vragen; inmanen; invorderen; aanspraak op maken
- vraag; vordering; eis; beweren; claim; aanspraak; rechtsgrond; recht; titel; rechtstitel; aanspraak maken op; schuldvordering; opvraging; opvragen; schadevordering; eis tot schadevergoeding; schadeclaim; rechtsvordering
-
Wiktionary:
- claim → aanspraak maken op, opeisen, beweren, claimen, reclameren
- claim → aanspraak, pretentie, vordering
- claim → reclamatie, beweren, aanspraak, recht, blèren, brullen, bulderen, gillen, uitbrullen, reclameren, hoeven, behoeven, nodig hebben, toe zijn aan
Neerlandés a inglés: más información...
- claim:
Inglés
Traducciones detalladas de claim de inglés a neerlandés
claim:
-
to claim (demand; lay claim to)
-
to claim (ask for)
-
to claim (demand)
-
to claim
Conjugaciones de claim:
present
- claim
- claim
- claims
- claim
- claim
- claim
simple past
- claimed
- claimed
- claimed
- claimed
- claimed
- claimed
present perfect
- have claimed
- have claimed
- has claimed
- have claimed
- have claimed
- have claimed
past continuous
- was claiming
- were claiming
- was claiming
- were claiming
- were claiming
- were claiming
future
- shall claim
- will claim
- will claim
- shall claim
- will claim
- will claim
continuous present
- am claiming
- are claiming
- is claiming
- are claiming
- are claiming
- are claiming
subjunctive
- be claimed
- be claimed
- be claimed
- be claimed
- be claimed
- be claimed
diverse
- claim!
- let's claim!
- claimed
- claiming
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the claim (demand; request; query)
-
the claim (assertion; assert; statement)
-
the claim (demand; legal claim; petition; action)
-
the claim (legal title; title; legal ground; ownership; demand)
-
the claim
-
the claim
-
the claim (request)
-
the claim (claim for damages; claim for compensation)
-
the claim (legal claim; action)
-
the claim
– A statement that a server makes (for example, name, identity, key, group, privilege, or capability) about a client. 1
Translation Matrix for claim:
Palabras relacionadas con "claim":
Sinónimos de "claim":
Antónimos de "claim":
Definiciones relacionadas de "claim":
Wiktionary: claim
claim
Cross Translation:
verb
claim
-
to demand ownership or right to use for land
- claim → aanspraak maken op; opeisen
-
to state a new fact
- claim → beweren
-
to demand ownership of something
-
demand of ownership
- claim → aanspraak
verb
-
iets met stelligheid verklaren waarvan het voor anderen niet duidelijk is of het waar is
-
iets opeisen, aanspraak maken op iets
-
beweren
-
eisen dat iets of iemand waarop men recht heeft, wordt overgegeven
-
geld terugvragen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• claim | → reclamatie | ↔ Reklamation — Beanstandung einer mangelhaften Kaufsache oder Dienstleistung; eine Aufforderung zur Gewährleistung |
• claim | → beweren | ↔ behaupten — (transitiv) etwas sagen, was nicht stimmen muss oder gar unglaubwürdig ist |
• claim | → aanspraak | ↔ Anspruch — Recht, etwas zu tun, zu erhalten, usw. |
• claim | → recht; aanspraak | ↔ Anrecht — Berechtigung, eine Sache zu erwerben oder in Anspruch zu nehmen |
• claim | → blèren; brullen; bulderen; gillen; uitbrullen | ↔ clamer — manifester son opinion par des termes violents, par des cris. |
• claim | → reclameren; hoeven; behoeven; nodig hebben; toe zijn aan | ↔ réclamer — implorer ; demander avec instance. |
Traducciones relacionadas de claim
Neerlandés
Traducciones detalladas de claim de neerlandés a inglés
claim:
-
de claim (eis; vordering)
-
de claim (aanspraak maken op)
-
de claim