Interglot - bun: resultados en inglés y neerlandés encontrados en el Diccionario de traducción Interglot

Resumen

Inglés a neerlandés: más información...

bun:
- knoedel; vlecht; kluwen; haarknot; knoedeltje; knot; knotje; knoet; wrong; knotje haar; toet
Wiktionary:
- bun → knot, knoet
- bun → haarknot, toet, wrong, haarwrong, bil

Inglés

Traducciones detalladas de bun de inglés a neerlandés

the bun (knot of hair; knot)
de knoedel; de vlecht; de kluwen; haarknot; het knoedeltje; de knot; het knotje; de knoet; de wrong
- knoedel [de ~ (m)] sustantivo
- vlecht [de ~] sustantivo
- kluwen [de ~] sustantivo
- haarknot [znw.] sustantivo
- knoedeltje [het ~] sustantivo
- knot [de ~ (m)] sustantivo
- knotje [het ~] sustantivo
- knoet [de ~ (m)] sustantivo
- wrong [de ~ (m)] sustantivo
the bun
de knot; knotje haar
- knot [de ~ (m)] sustantivo
- knotje haar [znw.] sustantivo
the bun (knot of hair)
de toet
- toet [de ~ (m)] sustantivo

bun

noun

bun

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• bun	→ haarknot; toet; wrong; haarwrong	↔ chignon — coiffure\|fr partie de la coiffure des femmes que former les cheveux relevés et noués par derrière.
• bun	→ bil	↔ fesse — anatomie\|fr Chacune des deux masses charnues situées à la partie postérieure du bassin, chez l’être humain et certains mammifères.