Resumen
Inglés a neerlandés: más información...
- resist:
-
Wiktionary:
- resist → bezwaar hebben tegen
- resist → tegenspartelen, tegenstribbelen, verzetten, weerstaan
- resist → achteruitlopen, terugdeinzen, teruggaan, achteruitgaan, terrein verliezen, teruglopen, verlopen, aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven, toegeven, afstaan, wijken, tegenspartelen, tegenstreven, weerstaan, zich verzetten
Inglés
Traducciones detalladas de resist de inglés a neerlandés
resist:
-
to resist (thwart; counteract; withstand; oppose)
-
to resist (withstand)
-
to resist (withstand)
iets weerstaan-
iets weerstaan verbo
-
-
to resist (struggle; fight back)
verzetten; protesteren; tegenspartelen; tegenstribbelen-
tegenspartelen verbo (spartel tegen, spartelt tegen, spartelde tegen, spartelden tegen, tegengesparteld)
-
tegenstribbelen verbo
-
to resist (defend; keep away; keep off; hold off; keep out)
-
to resist
Conjugaciones de resist:
present
- resist
- resist
- resists
- resist
- resist
- resist
simple past
- resisted
- resisted
- resisted
- resisted
- resisted
- resisted
present perfect
- have resisted
- have resisted
- has resisted
- have resisted
- have resisted
- have resisted
past continuous
- was resisting
- were resisting
- was resisting
- were resisting
- were resisting
- were resisting
future
- shall resist
- will resist
- will resist
- shall resist
- will resist
- will resist
continuous present
- am resisting
- are resisting
- is resisting
- are resisting
- are resisting
- are resisting
subjunctive
- be resisted
- be resisted
- be resisted
- be resisted
- be resisted
- be resisted
diverse
- resist!
- let's resist!
- resisted
- resisting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for resist:
Palabras relacionadas con "resist":
Sinónimos de "resist":
Antónimos de "resist":
Definiciones relacionadas de "resist":
Wiktionary: resist
resist
Cross Translation:
phrase
-
tegengaan, het hoofd bieden
-
weerstand bieden door wilde bewegingen te maken
-
weerstand bieden
-
weerstand bieden aan iets
-
stand houden, weerstand bieden aan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• resist | → achteruitlopen; terugdeinzen; teruggaan; achteruitgaan; terrein verliezen; teruglopen; verlopen; aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven; toegeven; afstaan; wijken | ↔ reculer — tirer ou pousser un objet en arrière. |
• resist | → tegenspartelen; tegenstreven; weerstaan; zich verzetten | ↔ résister — Ne pas céder, ou céder difficilement au choc, à la pression, à l’action d’un autre corps, à une force, à un effort quelconque. |