Resumen
Inglés a neerlandés: más información...
-
cover:
- deksel; lid; dekking; bedekking; overdekking; dek; verpakking; omhulsel; huls; omkleedsel; omwindsel; hoes; platenhoes; l.p.hoes; boekomslag; omslag; kaft; dak; afdekkap; koepel; kap; overkapping; buitenkant; deken; beddedeken; overtrek; bescherming; protectie; couvert; enveloppe; wikkel; dekmantel; etui; pennendoosje; koker; pennenkoker; beddekleedje
- overkoepelen; indekken; overdekken; kaften; afschermen; afdekken; beschermen; afschutten; beschutten; zeggen; vertellen; beschrijven; uiteenzetten; verhalen; mededelen; dekken; overwelven; overkappen; bedekken; bekleden; overtrekken; afleggen; meters maken; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren; bemantelen; inhullen; hullen; van bekleding voorzien; stofferen; toevoegen; bijvoegen; insluiten; bijsluiten
-
Wiktionary:
- cover → bespringen, paren, dekken, bestijgen, behandelen, coveren, bedekken, bedelven, bekleden, beslaan, toedekken
- cover → inkom, entree, sprei, cover, kaft, omslag, dekking, deksel, kap, buitenband
- cover → bedekken, baret, kapje, muts, pet, deksel, dekplaat, kaft, dekking, hoes, doorkruisen, rijden door, doorlezen, afleggen, aflopen, doorgaan, gaan door, behoeden, beschermen, bewaken, bewaren, de wacht hebben, hoeden, waken over, bekleden, overtrekken, coveren, beleggen, dekken, toedekken, herhaling, repetitie, herneming, herroeping, hervatting, ronde, accepteren, aannemen, ontvangen, kleden, aankleden, omkleden, staan, aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen, pleisteren, bepleisteren, stukadoren, behangen
-
User Contributed Translations for cover:
- hoesje
Neerlandés a inglés: más información...
-
cover:
-
Wiktionary:
cover → cover version, cover
-
Wiktionary:
Inglés
Traducciones detalladas de cover de inglés a neerlandés
cover:
-
the cover (lid)
-
the cover (covering)
-
the cover (packaging; wrapping; shell)
-
the cover (record sleeve; slip case; sleeve; slip cover)
-
the cover (book cover; binding)
-
the cover (cover up roof; roof; covering; roofing over; top)
-
the cover (wrapping; packaging; wrapper)
-
the cover (bedspread; blanket; coverlet)
-
the cover (slip)
-
the cover (protection; shelter; patronage)
-
the cover (envelope; wrapper)
-
the cover (cloak; front)
-
the cover (pencase; étui; casing; case)
-
the cover (runner)
het beddekleedje
-
to cover
-
to cover
-
to cover
-
to cover
-
to cover (protect; fence off; fence in; lock up)
-
to cover (tell; say; expound; describe; depict; define; report; recount; explain)
-
to cover (roof in; arch over)
-
to cover (cover up)
-
to cover (go; traverse; travel; do)
-
to cover (conceal; mask; mantle; camouflage; blur; wrap; envelop; veil; shroud; swathe)
-
to cover (clothe; upholster; furnish)
-
to cover (enclose; evnvelope; encapsulate; besieged; besiege; wrap up; besieges; surround)
Conjugaciones de cover:
present
- cover
- cover
- covers
- cover
- cover
- cover
simple past
- covered
- covered
- covered
- covered
- covered
- covered
present perfect
- have covered
- have covered
- has covered
- have covered
- have covered
- have covered
past continuous
- was covering
- were covering
- was covering
- were covering
- were covering
- were covering
future
- shall cover
- will cover
- will cover
- shall cover
- will cover
- will cover
continuous present
- am covering
- are covering
- is covering
- are covering
- are covering
- are covering
subjunctive
- be covered
- be covered
- be covered
- be covered
- be covered
- be covered
diverse
- cover!
- let's cover!
- covered
- covering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for cover:
Palabras relacionadas con "cover":
Sinónimos de "cover":
Antónimos de "cover":
Definiciones relacionadas de "cover":
Wiktionary: cover
cover
Cross Translation:
verb
cover
-
copulate
- cover → bespringen; paren; dekken; bestijgen
-
mention
- cover → behandelen
-
provide enough money for
- cover → dekken
-
(music) make a cover version
- cover → coveren
-
protect by shooting
- cover → dekken
-
to conceal or protect
verb
-
iets over iets heen plaatsen zodat het niet zichtbaar is
-
bedekt zijn of worden met een dikke laag aarde of sneeuw
-
met stof bedekken
-
een bepaald gebied betreffen
-
(overgankelijk) voorzien van een dak
-
(overgankelijk) (ter bescherming) (met een deken) bedekken
-
open band om de eigenlijke luchtband (binnenband) bij voertuigen
-
een voorwerp om een hol open lichaam mee af te dekken
Cross Translation: