Interglot - width: resultados en inglés y neerlandés encontrados en el Diccionario de traducción Interglot

Resumen

Inglés a neerlandés: más información...

width:
- breedte; breedheid; wijdte; afstand; distantie; eindpunt; spanwijdte; spanbreedte
Wiktionary:
- width → breedte
- width → ruimheid, uitgebreidheid, uitgestrektheid, wijdte, baan, breedte

Inglés

Traducciones detalladas de width de inglés a neerlandés

the width (breadth)
de breedte; de breedheid
- breedte [de ~ (v)] sustantivo
- breedheid [de ~ (v)] sustantivo
the width
de wijdte
- wijdte [de ~ (v)] sustantivo
the width (distance; space; bit; little way; end)
de afstand; de distantie; het eindpunt
- afstand [de ~ (m)] sustantivo
- distantie [de ~ (v)] sustantivo
- eindpunt [het ~] sustantivo
the width (span)
de spanwijdte
- spanwijdte [de ~ (v)] sustantivo
the width (span)
spanbreedte
- spanbreedte [znw.] sustantivo

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
afstand	bit; distance; end; little way; space; width	avenue; distance; journey; path; reach; road; round; small circle; stretch; track; trail; way
breedheid	breadth; width	broad shoulderedness; broadness
breedte	breadth; width
distantie	bit; distance; end; little way; space; width
eindpunt	bit; distance; end; little way; space; width	destination; endpoint; finish; finishing line; finishing point; objective; terminal; terminus; ultimate destination
spanbreedte	span; width
spanwijdte	span; width
wijdte	width
-	breadth

width

noun

width

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• width	→ ruimheid; uitgebreidheid; uitgestrektheid; wijdte; baan; breedte	↔ largeur — étendue d’une chose considérer d’un de ses côtés à l’autre, par opposition à longueur.