Inglés

Traducciones detalladas de rouse de inglés a neerlandés

rouse:

to rouse verbo (rouses, roused, rousing)

  1. to rouse (hurry; make haste)
    haasten; jagen; zich spoeden; aanpoten; overhaasten; voortmaken; haast maken; ijlen; spoeden
    • haasten verbo (haast, haastte, haastten, gehaast)
    • jagen verbo (jaag, jaagt, jaagde, jaagden, gejaagd)
    • zich spoeden verbo
    • aanpoten verbo (poot aan, pootte aan, pootten aan, aangepoot)
    • overhaasten verbo (overhaast, overhaastte, overhaastten, overhaast)
    • voortmaken verbo (maak voort, maakt voort, maakte voort, maakten voort, voortgemaakt)
    • haast maken verbo (maak haast, maakt haast, maakte haast, maakten haast, haast gemaakt)
    • ijlen verbo (ijl, ijlt, ijlde, ijlden, geijld)
    • spoeden verbo (spoed, spoedt, spoedde, spoedden, gespoed)
  2. to rouse (revive; generate; activate; )
    opwekken; tot leven wekken; activeren; reanimeren; verlevendigen; opleven
    • opwekken verbo (wek op, wekt op, wekte op, wekten op, opgewekt)
    • tot leven wekken verbo (wek tot leven, wekt tot leven, wekte tot leven, wekten tot leven, tot leven gewekt)
    • activeren verbo (activeer, activeert, activeerde, activeerden, geactiveerd)
    • reanimeren verbo
    • verlevendigen verbo (verlevendig, verlevendigt, verlevendigde, verlevendigden, verlevendigd)
    • opleven verbo (leef op, leeft op, leefde op, leefden op, opgeleefd)

Conjugaciones de rouse:

present
  1. rouse
  2. rouse
  3. rouses
  4. rouse
  5. rouse
  6. rouse
simple past
  1. roused
  2. roused
  3. roused
  4. roused
  5. roused
  6. roused
present perfect
  1. have roused
  2. have roused
  3. has roused
  4. have roused
  5. have roused
  6. have roused
past continuous
  1. was rousing
  2. were rousing
  3. was rousing
  4. were rousing
  5. were rousing
  6. were rousing
future
  1. shall rouse
  2. will rouse
  3. will rouse
  4. shall rouse
  5. will rouse
  6. will rouse
continuous present
  1. am rousing
  2. are rousing
  3. is rousing
  4. are rousing
  5. are rousing
  6. are rousing
subjunctive
  1. be roused
  2. be roused
  3. be roused
  4. be roused
  5. be roused
  6. be roused
diverse
  1. rouse!
  2. let's rouse!
  3. roused
  4. rousing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for rouse:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
jagen hunt; hunting
opwekken arousing; awaking; instigation
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aanpoten hurry; make haste; rouse step up; sweat one's guts out; work hard; work like the devil
activeren activate; awake; excite; freshen; generate; reactivate; recover; refresh; revive; rouse activate; arouse; awake; encourage; excite; stimulate; support; trigger
haast maken hurry; make haste; rouse
haasten hurry; make haste; rouse rush; storm
ijlen hurry; make haste; rouse hasten; hurry; hurry up; rave; rush; talk nonsense
jagen hurry; make haste; rouse hasten; hurry; hurry up; rush
opleven activate; awake; excite; freshen; generate; reactivate; recover; refresh; revive; rouse revive
opwekken activate; awake; excite; freshen; generate; reactivate; recover; refresh; revive; rouse activate; arouse; awake; drive; encourage; excite; prompt; stimulate; stir up; support; urge
overhaasten hurry; make haste; rouse
reanimeren activate; awake; excite; freshen; generate; reactivate; recover; refresh; revive; rouse
spoeden hurry; make haste; rouse haste; hasten; hurry; hurry up; hustle; rush; speed up; storm
tot leven wekken activate; awake; excite; freshen; generate; reactivate; recover; refresh; revive; rouse
verlevendigen activate; awake; excite; freshen; generate; reactivate; recover; refresh; revive; rouse enliven; freshen; freshen up; refresh; revive; tidy up
voortmaken hurry; make haste; rouse
zich spoeden hurry; make haste; rouse hasten; hurry; hurry up; rush
- agitate; arouse; awaken; bestir; charge; charge up; commove; drive out; excite; force out; rout out; turn on; wake; wake up; waken
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
- call

Palabras relacionadas con "rouse":


Sinónimos de "rouse":


Antónimos de "rouse":

  • calm; cause to sleep

Definiciones relacionadas de "rouse":

  1. cause to become awake or conscious1
    • He was roused by the drunken men in the street1
  2. cause to be agitated, excited, or roused1
  3. force or drive out1
  4. become active1