Inicio ->Diccionarios ->inglés/neerlandés ->Buscar: subpoena

Resultados de subpoena en inglés y neerlandés

Resumen
Inglés a neerlandés:   más información...
  1. subpoena:
  2. Wiktionary:

Inglés

Traducciones detalladas de subpoena de inglés a neerlandés

subpoena:

subpoena [the ~] sustantivo

  1. the subpoena (summon; summons)
    de dagvaarding
  2. the subpoena (summons; notification; warrant)
    deurwaardersexploot; de sommatie; de kennisgeving; de aanschrijving
  3. the subpoena (notification; announcement; summons)
    de kennisgeving; de aanschrijving; de aanzegging

to subpoena verbo (subpoenas, subpoenad, subpoenaing)

  1. to subpoena (summon)
    dagvaarden
    • dagvaarden verbo (dagvaard, dagvaardt, dagvaardde, dagvaardden, gedagvaard)
  2. to subpoena (summon)
    voor het gerecht roepen; dagen; voor het gerecht ontbieden; voor het gerecht dagen
  3. to subpoena (send for; summon; remind)
    oproepen; sommeren; ontbieden
    • oproepen verbo (roep op, roept op, riep op, riepen op, opgeroepen)
    • sommeren verbo (sommeer, sommeert, sommeerde, sommeerden, gesommeerd)
    • ontbieden verbo (ontbied, ontbiedt, ontbood, ontboden, ontboden)

Conjugaciones de subpoena:

present
  1. subpoena
  2. subpoena
  3. subpoenas
  4. subpoena
  5. subpoena
  6. subpoena
simple past
  1. subpoenad
  2. subpoenad
  3. subpoenad
  4. subpoenad
  5. subpoenad
  6. subpoenad
present perfect
  1. have subpoenad
  2. have subpoenad
  3. has subpoenad
  4. have subpoenad
  5. have subpoenad
  6. have subpoenad
past continuous
  1. was subpoenaing
  2. were subpoenaing
  3. was subpoenaing
  4. were subpoenaing
  5. were subpoenaing
  6. were subpoenaing
future
  1. shall subpoena
  2. will subpoena
  3. will subpoena
  4. shall subpoena
  5. will subpoena
  6. will subpoena
continuous present
  1. am subpoenaing
  2. are subpoenaing
  3. is subpoenaing
  4. are subpoenaing
  5. are subpoenaing
  6. are subpoenaing
subjunctive
  1. be subpoenad
  2. be subpoenad
  3. be subpoenad
  4. be subpoenad
  5. be subpoenad
  6. be subpoenad
diverse
  1. subpoena!
  2. let's subpoena!
  5. subpoenad
  6. subpoenaing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for subpoena:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
aanschrijving announcement; notification; subpoena; summons; warrant
aanzegging announcement; notification; subpoena; summons
dagen days
dagvaarding subpoena; summon; summons citation; summons
deurwaardersexploot notification; subpoena; summons; warrant
kennisgeving announcement; notification; subpoena; summons; warrant announcement; declaration; information; making known; notice; notification; proclamation; publication
sommatie notification; subpoena; summons; warrant
- subpoena ad testificandum
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
dagen subpoena; summon dawn
dagvaarden subpoena; summon
ontbieden remind; send for; subpoena; summon call up; summon
oproepen remind; send for; subpoena; summon call up; summon
sommeren remind; send for; subpoena; summon call upon; dun; exhort; summon
voor het gerecht dagen subpoena; summon
voor het gerecht ontbieden subpoena; summon
voor het gerecht roepen subpoena; summon

Palabras relacionadas con "subpoena":

  • subpoenaing, subpoenas

Sinónimos de "subpoena":

  • subpoena ad testificandum; writ; judicial writ
  • serve; process; swear out

Definiciones relacionadas de "subpoena":

  1. a writ issued by court authority to compel the attendance of a witness at a judicial proceeding; disobedience may be punishable as a contempt of court1
  2. serve or summon with a subpoena1
    • The witness and her records were subpoenaed1

Wiktionary: subpoena

subpoena
noun
  1. writ requiring someone to appear in court to give testimony
verb
  1. to summon with a subpoena
subpoena
noun
  1. een oproep om voor een rechtbank te verschijnen
Cross Translation:
FromToVia
• subpoena → toewijzen; voor het gerecht dagen ↔ adjuger — procédure|fr déclarer par autorité de justice qu’une personne devenir propriétaire d’un bien meuble ou immeuble mis à l’enchère.
• subpoena → toewijzen; voor het gerecht dagen ↔ allouer — accorder quelque chose à quelqu'un.
• subpoena → toewijzen; voor het gerecht dagen ↔ assigner — déterminer, faire connaître.







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0393 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos