Inglés
Traducciones detalladas de altogether de inglés a neerlandés
altogether:
-
altogether (together; combined; with each other; with one another; in all)
-
altogether (together; combined; jointly; with each other; with one another)
gezamenlijk; samen; tezamen; met z'n beiden-
gezamenlijk adj.
-
samen adv.
-
tezamen adv.
-
met z'n beiden adj.
-
-
altogether (shared; combined; jointly; together; with one another; with each other; in all)
gezamenlijk; tezamen; gemeenschappelijk; met zijn allen-
gezamenlijk adj.
-
tezamen adv.
-
gemeenschappelijk adj.
-
met zijn allen adj.
-
-
altogether (together)
-
altogether (combined)
-
the altogether (raw; birthday suit)
– informal terms for nakedness 1