Resumen
Inglés a neerlandés: más información...
- combined:
- combine:
-
Wiktionary:
- combine → verenigen, combineren
- combine → verenigen, aaneenvoegen, bijeenbrengen, samenbrengen, koppelen, afhalen, meebrengen, meenemen, vergaderen, medenemen, medebrengen, bijeenvoegen, ineenzetten, samenstellen, combineren, aaneenschakelen, bijeenbinden, samenbinden, verbinden, afstellen, passend maken, verstellen, instellen, bijdoen, bijmengen, bijvoegen, toegeven, toevoegen, maaidorser
Inglés
Traducciones detalladas de combined de inglés a neerlandés
combined:
-
combined (together; jointly; altogether; with each other; with one another)
gezamenlijk; samen; tezamen; met z'n beiden-
gezamenlijk adj.
-
samen adv.
-
tezamen adv.
-
met z'n beiden adj.
-
-
combined (together)
-
combined (altogether; shared; jointly; together; with one another; with each other; in all)
gezamenlijk; tezamen; gemeenschappelijk; met zijn allen-
gezamenlijk adj.
-
tezamen adv.
-
gemeenschappelijk adj.
-
met zijn allen adj.
-
-
combined (together; altogether; with each other; with one another; in all)
-
combined
-
combined (altogether)
Translation Matrix for combined:
Adjective | Traducciones relacionadas | Other Translations |
gemeenschappelijk | altogether; combined; in all; jointly; shared; together; with each other; with one another | common; communal; joint |
gezamenlijk | altogether; combined; in all; jointly; shared; together; with each other; with one another | |
Adverb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
aaneen | altogether; combined | |
bijeen | altogether; combined; in all; together; with each other; with one another | |
ineen | combined | |
samen | altogether; combined; in all; jointly; together; with each other; with one another | |
tezamen | altogether; combined; in all; jointly; shared; together; with each other; with one another | |
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
bij elkaar | altogether; combined; in all; together; with each other; with one another | |
met z'n beiden | altogether; combined; jointly; together; with each other; with one another | |
met zijn allen | altogether; combined; in all; jointly; shared; together; with each other; with one another |
Palabras relacionadas con "combined":
Sinónimos de "combined":
Antónimos de "combined":
Definiciones relacionadas de "combined":
combined forma de combine:
-
to combine (join; unite)
combineren; een combinatie maken-
een combinatie maken verbo (maak een combinatie, maakt een combinatie, maakte een combinatie, maakten een combinatie, een combinatie gemaakt)
-
to combine (join; connect; attach)
verbinden; samenvoegen; koppelen; aaneenschakelen-
aaneenschakelen verbo (schakel aaneen, schakelt aaneen, schakelde aaneen, schakelden aaneen, aaneengeschakeld)
-
to combine (join together; merge; unite; connect; link; bridge)
-
to combine (couple; connect; link; unite)
-
to combine (put together; add; mix; bind)
-
to combine
– To group together multiple windows of the same application under a single button on the taskbar’s taskband. 2
Conjugaciones de combine:
present
- combine
- combine
- combines
- combine
- combine
- combine
simple past
- combined
- combined
- combined
- combined
- combined
- combined
present perfect
- have combined
- have combined
- has combined
- have combined
- have combined
- have combined
past continuous
- was combining
- were combining
- was combining
- were combining
- were combining
- were combining
future
- shall combine
- will combine
- will combine
- shall combine
- will combine
- will combine
continuous present
- am combining
- are combining
- is combining
- are combining
- are combining
- are combining
subjunctive
- be combined
- be combined
- be combined
- be combined
- be combined
- be combined
diverse
- combine!
- let's combine!
- combined
- combining
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the combine (harvester)
Translation Matrix for combine:
Palabras relacionadas con "combine":
Sinónimos de "combine":
Definiciones relacionadas de "combine":
Wiktionary: combine
combine
Cross Translation:
verb
combine
-
have two or more things or properties that function together
- combine → verenigen
-
bring two or more things or activities together
- combine → combineren
verb
-
door elkaar doen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• combine | → verenigen; aaneenvoegen; bijeenbrengen; samenbrengen; koppelen | ↔ accoupler — joindre deux choses ensemble. |
• combine | → afhalen; meebrengen; meenemen; vergaderen; medenemen; medebrengen; bijeenvoegen; ineenzetten; samenstellen | ↔ assembler — mettre ensemble. |
• combine | → combineren | ↔ combiner — assembler deux choses |
• combine | → aaneenschakelen; bijeenvoegen; ineenzetten; samenstellen; bijeenbinden; samenbinden; verbinden; aaneenvoegen; bijeenbrengen; samenbrengen; verenigen; afstellen; passend maken; verstellen; instellen; bijdoen; bijmengen; bijvoegen; toegeven; toevoegen | ↔ joindre — approcher deux choses l’une contre l’autre, en sorte qu’elles se toucher ou qu’elles se tenir. |
• combine | → maaidorser | ↔ moissonneuse-batteuse — machine agricole destinée à la récolte au champ des grains (blé, orge, escourgeon, maïs…) ou des graines (pois sec, colza, tournesol…), qui remplit les deux fonctions de moissonner, puis de battre la récolte, et de séparer les grains et graine |