Resumen


Inglés

Traducciones detalladas de flavouring de inglés a neerlandés

flavouring:

flavouring [the ~] sustantivo, británico

  1. the flavouring (seasoning; flavoring)
    het aroma; de geurstof
  2. the flavouring (seasoning; flavoring)
    smaakversterker
  3. the flavouring (spices; flavoring)
    de smaakstof
  4. the flavouring (seasoning; flavourings; spice; spices; flavoring)
    de smaakmaker
  5. the flavouring (spice; herb; spices; )
    de specerij; het kruid; de kruiderij

Translation Matrix for flavouring:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
aroma flavoring; flavouring; seasoning aroma; bouquet; fragrance; odor; odour; perfume; scent; smell
geurstof flavoring; flavouring; seasoning
kruid condiment; condiments; flavoring; flavouring; flavourings; herb; spice; spices
kruiderij condiment; condiments; flavoring; flavouring; flavourings; herb; spice; spices condiment; condiments; seasonings; spices
smaakmaker flavoring; flavouring; flavourings; seasoning; spice; spices
smaakstof flavoring; flavouring; spices
smaakversterker flavoring; flavouring; seasoning
specerij condiment; condiments; flavoring; flavouring; flavourings; herb; spice; spices
- flavorer; flavoring; flavourer; seasoner; seasoning
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
- flavoring

Sinónimos de "flavouring":


Definiciones relacionadas de "flavouring":

  1. something added to food primarily for the savor it imparts1