Interglot - "get off" traducido de inglés a neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Inglés a neerlandés: más información...

get off:
- uitstappen; eruitgaan; vrijkomen; loskomen; op vrije voeten gesteld worden; ontslagen worden; afstappen; omlaagstappen; eraf gaan; afstijgen; omlaagklauteren; afklimmen
Wiktionary:
- get off → afkomen, uitstappen, afstappen, stappen, afhalen, afgaan
- get off → klimmen, naar boven gaan, rijzen, stijgen, bestijgen, afdalen, naar beneden gaan, zinken, uitstappen, uitgaan, uitkomen, uitlopen, uitstijgen, uittreden

Inglés

Traducciones detalladas de get off de inglés a neerlandés

get off:

to get off verbo (gets off, got off, getting off)

to get off (step out; get out)

– leave a vehicle, aircraft, etc. ¹
uitstappen; eruitgaan
- uitstappen verbo (stap uit, stapt uit, stapte uit, stapten uit, uitgestapt)
- eruitgaan verbo
to get off (be liberated; fall vacant; come out; be freed from)
vrijkomen; loskomen; op vrije voeten gesteld worden; ontslagen worden
- vrijkomen verbo (kom vrij, komt vrij, kwam vrij, kwamen vrij, vrijgekomen)
- loskomen verbo (kom los, komt los, kwam los, kwamen los, losgekomen)
- op vrije voeten gesteld worden verbo
- ontslagen worden verbo (word ontslagen, wordt ontslagen, werd ontslagen, werden ontslagen, ontslagen geworden)
to get off (step down; step out)
afstappen; omlaagstappen
- afstappen verbo (stap af, stapt af, stapte af, stapten af, afgestapt)
- omlaagstappen verbo (stap omlaag, stapt omlaag, stapte omlaag, stapten omlaag, omlaaggestapt)
to get off (come off; give way)
eraf gaan
- eraf gaan verbo (ga eraf, gaat eraf, ging eraf, gingen eraf, eraf gegaan)
to get off (climb down; dismount)
afstijgen; omlaagklauteren; afklimmen
- afstijgen verbo (stijg af, stijgt af, steeg af, stegen af, afgestegen)
- omlaagklauteren verbo (klauter omlaag, klautert omlaag, klauterde omlaag, klauterden omlaag, omlaaggeklauterd)
- afklimmen verbo (klim af, klimt af, klom af, klommen af, afgeklommen)

Conjugaciones de get off:

present

get off
get off
gets off
get off
get off
get off

simple past

got off
got off
got off
got off
got off
got off

present perfect

have gotten off
have gotten off
has gotten off
have gotten off
have gotten off
have gotten off

past continuous

was getting off
were getting off
was getting off
were getting off
were getting off
were getting off

future

shall get off
will get off
will get off
shall get off
will get off
will get off

continuous present

am getting off
are getting off
is getting off
are getting off
are getting off
are getting off

subjunctive

be gotten off
be gotten off
be gotten off
be gotten off
be gotten off
be gotten off

diverse

get off!
let's get off!
gotten off
getting off

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for get off:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
afklimmen		climbing down; descending
afstappen		abandoning; dropping the subject; leaving
afstijgen		climbing down; descending
Verb	Traducciones relacionadas	Other Translations
afklimmen	climb down; dismount; get off
afstappen	get off; step down; step out
afstijgen	climb down; dismount; get off
eraf gaan	come off; get off; give way
eruitgaan	get off; get out; step out
loskomen	be freed from; be liberated; come out; fall vacant; get off	be freed from; be liberated; get loose; release
omlaagklauteren	climb down; dismount; get off
omlaagstappen	get off; step down; step out
ontslagen worden	be freed from; be liberated; come out; fall vacant; get off	be fired; be sacked
op vrije voeten gesteld worden	be freed from; be liberated; come out; fall vacant; get off
uitstappen	get off; get out; step out
vrijkomen	be freed from; be liberated; come out; fall vacant; get off	be freed from; be liberated; release
-	dismount; escape; get away; get by; get down; get out; hop out; light; mail; send; send off; trip; trip out; turn on; unhorse

Sinónimos de "get off":

exit; go out; get out; leave
send; send off; transfer
get away; get by; get out; escape; avoid
love; enjoy
unhorse; dismount; light; get down; descend; fall; go down; come down
hop out
mail; send; send out
trip; trip out; turn on
express; verbalize; verbalise; utter; give tongue to

Antónimos de "get off":

get on; hop on

Definiciones relacionadas de "get off":

escape potentially unpleasant consequences; get away with a forbidden action¹
cause to be acquitted; get off the hook; in a legal case¹
deliver verbally¹
transfer¹
get high, stoned, or drugged¹
send via the postal service¹
get out of quickly¹
alight from (a horse)¹
leave a vehicle, aircraft, etc.¹
enjoy in a sexual way¹
be relieved of one's duties temporarily¹

Wiktionary: get off

get off

verb

To incur mild consequences
- get off → afkomen
(intransitive) To disembark
- get off → uitstappen; afstappen
(transitive) To disembark from
- get off → afstappen; stappen
To move (a thing) from being on (a thing)
- get off → afhalen
To move from being on top of (a thing)
- get off → afgaan

Cross Translation:

From	To	Via
• get off	→ klimmen; naar boven gaan; rijzen; stijgen; bestijgen; afdalen; naar beneden gaan; zinken; uitstappen; uitgaan; uitkomen; uitlopen; uitstijgen; uittreden	↔ descendre — Traductions à trier suivant le sens.

Traducciones relacionadas de get off

Eliminar anuncios

Traducir get off de inglés a neerlandés

Traducciones detalladas de get off de inglés a neerlandés

get off:

to get off verbo (gets off, got off, getting off)

to get off (step out; get out)

to get off (be liberated; fall vacant; come out; be freed from)

to get off (step down; step out)

to get off (come off; give way)

to get off (climb down; dismount)

Conjugaciones de get off:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Translation Matrix for get off:

Sinónimos de "get off":

Antónimos de "get off":

Definiciones relacionadas de "get off":

Wiktionary: get off

Traducciones relacionadas de get off