Inglés

Traducciones detalladas de laying de inglés a neerlandés

laying:

laying [the ~] sustantivo

  1. the laying
    de leg
    • leg [de ~ (m)] sustantivo
  2. the laying (constructions; laying out)
    aanleggingen

Translation Matrix for laying:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
aanleggingen constructions; laying; laying out
leg laying
- egg laying
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
gestrekt lay stretched out; laying; streched out elongated; stretched
liggend lay stretched out; laying; streched out situated
uitgestrekt lay stretched out; laying; streched out elongated; long-drawn-out; protracted
AdverbTraducciones relacionadasOther Translations
languit lay stretched out; laying; streched out
Not SpecifiedTraducciones relacionadasOther Translations
liggend landscape; landscape orientation
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
- laying out
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
languit liggend lay stretched out; laying; streched out

Palabras relacionadas con "laying":


Sinónimos de "laying":

  • egg laying; parturition; birth; giving birth; birthing

Definiciones relacionadas de "laying":

  1. the production of eggs (especially in birds)1

lay:

to lay verbo (lays, laid, laying)

  1. to lay (deposit; place; laydown; )
    leggen; plaatsen; zetten; deponeren; neerleggen; stationeren; neerzetten
    • leggen verbo (leg, legt, legde, legden, gelegd)
    • plaatsen verbo (plaats, plaatst, plaatste, plaatsten, geplaatst)
    • zetten verbo (zet, zette, zetten, gezet)
    • deponeren verbo (deponeer, deponeert, deponeerde, deponeerden, gedeponeerd)
    • neerleggen verbo (leg neer, legt neer, legde neer, legden neer, neergelegd)
    • stationeren verbo (stationeer, stationeert, stationeerde, stationeerden, gestationeerd)
    • neerzetten verbo (zet neer, zette neer, zetten neer, neergezet)
  2. to lay (put down; put; place)
    leggen; plaatsen; neerleggen; deponeren; wegleggen
    • leggen verbo (leg, legt, legde, legden, gelegd)
    • plaatsen verbo (plaats, plaatst, plaatste, plaatsten, geplaatst)
    • neerleggen verbo (leg neer, legt neer, legde neer, legden neer, neergelegd)
    • deponeren verbo (deponeer, deponeert, deponeerde, deponeerden, gedeponeerd)
    • wegleggen verbo (leg weg, legt weg, legde weg, legden weg, weggelegd)
  3. to lay (assemble; install; construct; )
    installeren; aanleggen; monteren en aansluiten; plaatsen; aanbrengen
    • installeren verbo (installeer, installeert, installeerde, installeerden, geïnstalleerd)
    • aanleggen verbo (leg aan, legt aan, legde aan, legden aan, aangelegd)
    • plaatsen verbo (plaats, plaatst, plaatste, plaatsten, geplaatst)
    • aanbrengen verbo (breng aan, brengt aan, bracht aan, brachten aan, aangebracht)
  4. to lay (put; place)
    leggen; zetten; plaatsen
    • leggen verbo (leg, legt, legde, legden, gelegd)
    • zetten verbo (zet, zette, zetten, gezet)
    • plaatsen verbo (plaats, plaatst, plaatste, plaatsten, geplaatst)

Conjugaciones de lay:

present
  1. lay
  2. lay
  3. lays
  4. lay
  5. lay
  6. lay
simple past
  1. laid
  2. laid
  3. laid
  4. laid
  5. laid
  6. laid
present perfect
  1. have laid
  2. have laid
  3. has laid
  4. have laid
  5. have laid
  6. have laid
past continuous
  1. was laying
  2. were laying
  3. was laying
  4. were laying
  5. were laying
  6. were laying
future
  1. shall lay
  2. will lay
  3. will lay
  4. shall lay
  5. will lay
  6. will lay
continuous present
  1. am laying
  2. are laying
  3. is laying
  4. are laying
  5. are laying
  6. are laying
subjunctive
  1. be laid
  2. be laid
  3. be laid
  4. be laid
  5. be laid
  6. be laid
diverse
  1. lay!
  2. let's lay!
  3. laid
  4. laying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for lay:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
aanbrengen splitting; tattle taling; telling of tales
aanleggen construction
leggen laying work aside; laying work down
neerleggen putting down; shooting down; shooting to death
neerzetten putting down
zetten composing; composing work; mounting; placing; printing work; setting; type setting
- ballad
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aanbrengen assemble; construct; fit; instal; install; lay; place; set up betray; give away; inform against; peach; squeak; squeal
aanleggen assemble; construct; fit; instal; install; lay; place; set up anchor; fasten; moor; tie up
deponeren deposit; lay; laydown; place; put; put down; set; set down; situate; station deposit; lay up; placing; put; put up; remit; secure; stock; store
installeren assemble; construct; fit; instal; install; lay; place; set up appoint; arrange; establish; instal; install; institute; set up
leggen deposit; lay; laydown; place; put; put down; set; set down; situate; station put
monteren en aansluiten assemble; construct; fit; instal; install; lay; place; set up
neerleggen deposit; lay; laydown; place; put; put down; set; set down; situate; station bring down; deposit; placing; take down
neerzetten deposit; lay; laydown; place; put down; set; set down; situate; station add; locate; place; put; put down; situate
plaatsen assemble; construct; deposit; fit; instal; install; lay; laydown; place; put; put down; set; set down; set up; situate; station accomodate someone; add; allocate; board; locate; lodge; offer someone lodges; place; position; post; put; put down; set; shelter; situate; station
stationeren deposit; lay; laydown; place; put down; set; set down; situate; station station
wegleggen lay; place; put; put down
zetten deposit; lay; laydown; place; put; put down; set; set down; situate; station add; locate; place; position; put; put down; situate
- place; pose; position; put; put down; repose; set
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
- laic; secular
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
- amateur; lay eggs; place; poem; prescribe; put; screw; song

Palabras relacionadas con "lay":


Sinónimos de "lay":


Definiciones relacionadas de "lay":

  1. not of or from a profession1
    • a lay opinion as to the cause of the disease1
  2. characteristic of those who are not members of the clergy1
    • the lay ministry1
  3. a narrative poem of popular origin1
  4. a narrative song with a recurrent refrain1
  5. put into a certain place or abstract location1
  6. put in a horizontal position1
    • lay the books on the table1
    • lay the patient carefully onto the bed1
  7. lay eggs1
    • This hen doesn't lay1
  8. prepare or position for action or operation1
    • lay a fire1
    • lay the foundation for a new health care plan1
  9. impose as a duty, burden, or punishment1
    • lay a responsibility on someone1

Wiktionary: lay

lay
adjective
  1. non-clergy
  2. non-professional
noun
  1. arrangement or relationship
verb
  1. to deposit an egg
  2. to place something down in a position of rest

Cross Translation:
FromToVia
lay aanwenden; benutten; gebruiken; aandoen; aantrekken; opleggen; opbrengen; aanbrengen; leggen; steken; plaatsen; stellen; stoppen; zetten; doen; doorvoeren; in toepassing brengen; toepassen; aanzetten; voordoen appliquermettre une chose sur une autre, soit pour qu’elle y demeure adhérente, être pour qu’elle y laisser une empreinte, soit simplement pour qu’elle y toucher.
lay leggen; neerleggen; vlijen; in bed stoppen; naar bed brengen coucher — Coucher quelqu’un
lay bergen; bewaren; opbergen; wegleggen; wegzetten; blootstellen; etaleren; uitbrengen; uitstallen; afdoen; afleggen; afzetten; uitdoen; uitkrijgen; uittrekken enlever — Déplacer vers le haut.
lay aandoen; aantrekken; opleggen; opbrengen; aanbrengen; leggen; steken; plaatsen; stellen; stoppen; zetten; doen; indoen; inleggen; inzetten mettreplacer une personne, ou un animal, ou une chose dans un lieu déterminé.

Traducciones relacionadas de laying