Resumen
Inglés a neerlandés: más información...
- locking:
-
lock:
- vergrendelen; locken; afsluiten; sluiten; afgrendelen; op slot zetten; op slot doen; grendelen; borgen; dichtdoen; dichtmaken; schutten; door draaien vastmaken; aandraaien
- sas; sluis; schutsluisje; verlaat; slot; deurslot; haarkuif; kuif; sluiswerken; geheel van sluizen; klamp; koeklauw; sluiswerk; krullende haarlok; krul; krulletje
-
Wiktionary:
- lock → op slot doen, afsluiten, vastlopen, blokkeren
- lock → lok, haan, sluis, slot, sassluis
- lock → slot, grendel, doorhalen, doorstrepen, een streep halen door, schrappen, afdammen, afsluiten, belemmeren, stuwen, versperren, op slot doen, sluiten, dichtdoen, dichtmaken, toedoen, grendelen, afgrendelen, vergrendelen, sas, sluis, sassluis, schutsluis, spui
Inglés
Traducciones detalladas de locking de inglés a neerlandés
locking:
-
the locking (closing; close-down; partition; shutting; barrier)
Translation Matrix for locking:
Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
afsluiting | barrier; close-down; closing; locking; partition; shutting | barricade |
dichtmaken | barrier; close-down; closing; locking; partition; shutting | |
het afsluiten | barrier; close-down; closing; locking; partition; shutting | |
sluiting | barrier; close-down; closing; locking; partition; shutting | conclusion; end; ending; termination; zip; zip-fastener; zipper |
- | lockup | |
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
dichtmaken | bind; close; demarcate; fence off; lock; plug; pull shut; pull to; put under seal; seal; shut; stop up |
Palabras relacionadas con "locking":
Sinónimos de "locking":
Definiciones relacionadas de "locking":
locking forma de lock:
-
to lock
vergrendelen; locken; afsluiten; sluiten; afgrendelen; op slot zetten; op slot doen; grendelen; borgen; dichtdoen; dichtmaken-
op slot zetten verbo
-
borgen verbo
-
to lock (lock up; close)
-
to lock (lift-lock)
-
to lock (thighten; screw on)
-
to lock
– To prevent users from joining a conference, whether or not they have an invitation. 2 -
to lock
– To allow the shared user profile configuration set by the administrator to remain static from one user session to another. 2
Conjugaciones de lock:
present
- lock
- lock
- locks
- lock
- lock
- lock
simple past
- locked
- locked
- locked
- locked
- locked
- locked
present perfect
- have locked
- have locked
- has locked
- have locked
- have locked
- have locked
past continuous
- was locking
- were locking
- was locking
- were locking
- were locking
- were locking
future
- shall lock
- will lock
- will lock
- shall lock
- will lock
- will lock
continuous present
- am locking
- are locking
- is locking
- are locking
- are locking
- are locking
subjunctive
- be locked
- be locked
- be locked
- be locked
- be locked
- be locked
diverse
- lock!
- let's lock!
- locked
- locking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the lock (sluice; lock chamber; scupper; drain; small lock)
-
the lock (door lock)
-
the lock (hair lock; tuft; forelock)
-
the lock (lockages)
-
the lock (clamp; brace)
-
the lock (sluice)
-
the lock (curling lock; curl)
Translation Matrix for lock:
Palabras relacionadas con "lock":
Sinónimos de "lock":
Antónimos de "lock":
Definiciones relacionadas de "lock":
Wiktionary: lock
lock
Cross Translation:
verb
lock
-
to fasten with a lock
- lock → op slot doen; afsluiten
-
to become fastened in place
noun
-
haarlok, pluk haar
-
sluis met als voornaamste taak water te lozen (en kan daarom simpeler zijn dan een scheepssluis)
-
mechanisme waarmee in combinatie met een sleutel een deur of een raam kan worden afgesloten
-
scheepvaart|nld een kunstwerk om water te keren en mogelijk ook om schepen door te laten, op een plaats tussen twee waters met een verschillend waterpeil.
Cross Translation:
Traducciones automáticas externas: