Interglot - "pretending" traducido de inglés a neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Inglés a neerlandés: más información...

pretending:
- veinzend; voorwendend; huichelend
pretend:
- beweren; verklaren; pretenderen; stellen; voorgeven; spelen; doen alsof; toneelspelen; zich aanstellen; simuleren; fingeren; veinzen; voorwenden; huichelen; doen voorkomen; zich verbeelden; aanmatigen
Wiktionary:
- pretend → voorwenden, doen alsof, simuleren, veinzen
- pretend → huichelen, doen alsof, voorgeven, voorwenden

Inglés

Traducciones detalladas de pretending de inglés a neerlandés

pretending:

pretending adj.

pretending (feigning)
veinzend; voorwendend; huichelend
- veinzend adj.
- voorwendend adj.
- huichelend adj.

Translation Matrix for pretending:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
-	feigning; pretence; pretense; simulation
Modifier	Traducciones relacionadas	Other Translations
huichelend	feigning; pretending
veinzend	feigning; pretending
voorwendend	feigning; pretending

Palabras relacionadas con "pretending":

unpretending, pretend

Sinónimos de "pretending":

pretense; pretence; simulation; feigning; deception; deceit; dissembling; dissimulation

Definiciones relacionadas de "pretending":

the act of giving a false appearance¹
- his conformity was only pretending¹

pretending forma de pretend:

to pretend verbo (pretends, pretended, pretending)

to pretend (feign; sham; do as if)
beweren; verklaren; pretenderen; stellen; voorgeven
- beweren verbo (beweer, beweert, beweerde, beweerden, beweerd)
- verklaren verbo (verklaar, verklaart, verklaarde, verklaarden, verklaard)
- pretenderen verbo (pretendeer, pretendeert, pretendeerde, pretendeerden, gepretendeerd)
- stellen verbo (stel, stelt, stelde, stelden, gesteld)
- voorgeven verbo (geef voor, geeft voor, gaf voor, gaven voor, voorgegeven)
to pretend (play; play-act; perform; dramatize; act; dramatise)
spelen; doen alsof; toneelspelen; zich aanstellen
- spelen verbo (speel, speelt, speelde, speelden, gespeeld)
- doen alsof verbo (doe alsof, doet alsof, deed alsof, deden alsof, alsof gedaan)
- toneelspelen verbo (speel toneel, speelt toneel, speelde toneel, speelden toneel, toneelgespeeld)
- zich aanstellen verbo
to pretend (simulate; feign; do as if)
simuleren; fingeren; veinzen; voorwenden
- simuleren verbo (simuleer, simuleert, simuleerde, simuleerden, gesimuleerd)
- fingeren verbo (fingeer, fingeert, fingeerde, fingeerden, gefingeerd)
- veinzen verbo (veins, veinst, veinsde, veinsden, geveinsd)
- voorwenden verbo (wend voor, wendt voor, wendde voor, wendden voor, voorgewend)
to pretend (do as if; stage; sham; feign)
huichelen
- huichelen verbo (huichel, huichelt, huichelde, huichelden, gehuicheld)
to pretend (do as if)
doen voorkomen
- doen voorkomen verbo
to pretend (think a lot of oneself)
zich verbeelden; aanmatigen
- zich verbeelden verbo
- aanmatigen verbo (matig aan, matigt aan, matigde aan, matigden aan, aangematigd)

Conjugaciones de pretend:

present

pretend
pretend
pretends
pretend
pretend
pretend

simple past

pretended
pretended
pretended
pretended
pretended
pretended

present perfect

have pretended
have pretended
has pretended
have pretended
have pretended
have pretended

past continuous

was pretending
were pretending
was pretending
were pretending
were pretending
were pretending

future

shall pretend
will pretend
will pretend
shall pretend
will pretend
will pretend

continuous present

am pretending
are pretending
is pretending
are pretending
are pretending
are pretending

subjunctive

be pretended
be pretended
be pretended
be pretended
be pretended
be pretended

diverse

pretend!
let's pretend!
pretended
pretending

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for pretend:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
beweren		assert; assertion; claim; statement
doen voorkomen		appearing; making appear; seeming
stellen		advancing; postulating
-	make-believe
Verb	Traducciones relacionadas	Other Translations
aanmatigen	pretend; think a lot of oneself
beweren	do as if; feign; pretend; sham
doen alsof	act; dramatise; dramatize; perform; play; play-act; pretend
doen voorkomen	do as if; pretend
fingeren	do as if; feign; pretend; simulate
huichelen	do as if; feign; pretend; sham; stage
pretenderen	do as if; feign; pretend; sham
simuleren	do as if; feign; pretend; simulate
spelen	act; dramatise; dramatize; perform; play; play-act; pretend	act; perform
stellen	do as if; feign; pretend; sham	introduce; postulate; put forward; raise
toneelspelen	act; dramatise; dramatize; perform; play; play-act; pretend	act; act a part; impersonate; perform; play the role of; play-act
veinzen	do as if; feign; pretend; simulate
verklaren	do as if; feign; pretend; sham	clarify; elucidate; exemplify; explain; expound; illustrate; make something accessible; make something clear; throw light on
voorgeven	do as if; feign; pretend; sham
voorwenden	do as if; feign; pretend; simulate	contrive; devise; invent; make up
zich aanstellen	act; dramatise; dramatize; perform; play; play-act; pretend	act a part; play-act
zich verbeelden	pretend; think a lot of oneself
-	act; affect; dissemble; feign; guess; hazard; make; make believe; profess; sham; venture
Adjective	Traducciones relacionadas	Other Translations
-	make-believe
Other	Traducciones relacionadas	Other Translations
-	allege; feign; simulate

Palabras relacionadas con "pretend":

pretending, pretended

Sinónimos de "pretend":

make-believe; unreal
make-believe; pretense; pretence; pretending; simulation; feigning
feign; sham; affect; dissemble; misrepresent; belie
act
claim; lay claim; arrogate
guess; venture; hazard; speculate
make; make believe; act; play; represent
profess

Definiciones relacionadas de "pretend":

imagined as in a play¹
- dangling their legs in the water to catch pretend fish¹
the enactment of a pretense¹
- it was just pretend¹
state insincerely¹
- She pretended not to have known the suicide bomber¹
- She pretends to be an expert on wine¹
make believe with the intent to deceive¹
represent fictitiously, as in a play, or pretend to be or act like¹
put forward, of a guess, in spite of possible refutation¹
- I cannot pretend to say that you are wrong¹
behave unnaturally or affectedly¹
put forward a claim and assert right or possession of¹
- pretend the title of King¹

Wiktionary: pretend

pretend

verb

to allege falsely
- pretend → voorwenden; doen alsof

pretend

verb

(een ziekte) voorwenden
- simuleren → feign; pretend
zich onecht voordoen
- veinzen → pretend; simulate; feign

Cross Translation:

From	To	Via
• pretend	→ huichelen	↔ heucheln — Anteilnahme trotz des inneren Gefühls der Gleichgültigkeit vortäuschen
• pretend	→ huichelen	↔ heucheln — Zustimmung gegenüber einer anderen Person trotz nicht geäußerter gegenteiliger Eigenmeinung vortäuschen
• pretend	→ doen alsof; voorgeven; voorwenden	↔ prétexter — Prendre pour prétexte.

Eliminar anuncios

Traducir pretending de inglés a neerlandés

Traducciones detalladas de pretending de inglés a neerlandés

pretending:

pretending adj.

pretending (feigning)

Translation Matrix for pretending:

Palabras relacionadas con "pretending":

Sinónimos de "pretending":

Definiciones relacionadas de "pretending":

pretending forma de pretend:

to pretend verbo (pretends, pretended, pretending)

to pretend (feign; sham; do as if)

to pretend (play; play-act; perform; dramatize; act; dramatise)

to pretend (simulate; feign; do as if)

to pretend (do as if; stage; sham; feign)

to pretend (do as if)

to pretend (think a lot of oneself)

Conjugaciones de pretend:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Translation Matrix for pretend:

Palabras relacionadas con "pretend":

Sinónimos de "pretend":

Definiciones relacionadas de "pretend":

Wiktionary: pretend