Resumen
Inglés a neerlandés: más información...
- ruin:
-
Wiktionary:
- ruin → ruïne
- ruin → ruïneren
- ruin → noodlot, beschadigen, havenen, kleinering, debâcle, ondergang, verval, rampspoed, tegenspoed, achteruitgang, verflauwing, vermindering, besnoeiing, daling, verlaging, verzakking, val, vernedering, verootmoediging, degradatie, degeneratie, ontaarding, verwording, in discrediet brengen, herleiden, inkrimpen, reduceren, vereenvoudigen, zetten, ruïneren, te gronde richten, ten val brengen, verderven, aflaten, laten zakken, neerhalen, inkorten, verminderen, kleineren, afbreken, afgeven op, afkammen, trekken, een streep trekken, neerlaten, strijken, vellen, afdraaien, verlagen, kleinmaken, vernederen, verootmoedigen, vernielen, vernietigen, verwoesten, schade aanrichten, schaden, aanlengen, aanaarden, beunhazen, knoeien, modderen, verhaspelen, verknoeien, verprutsen, bouwval, ravage, puinhoop, ruïne
Inglés
Traducciones detalladas de ruin de inglés a neerlandés
ruin:
Conjugaciones de ruin:
present
- ruin
- ruin
- ruins
- ruin
- ruin
- ruin
simple past
- ruined
- ruined
- ruined
- ruined
- ruined
- ruined
present perfect
- have ruined
- have ruined
- has ruined
- have ruined
- have ruined
- have ruined
past continuous
- was ruining
- were ruining
- was ruining
- were ruining
- were ruining
- were ruining
future
- shall ruin
- will ruin
- will ruin
- shall ruin
- will ruin
- will ruin
continuous present
- am ruining
- are ruining
- is ruining
- are ruining
- are ruining
- are ruining
subjunctive
- be ruined
- be ruined
- be ruined
- be ruined
- be ruined
- be ruined
diverse
- ruin!
- let's ruin!
- ruined
- ruining
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the ruin (ruins)
-
the ruin (downfall; drawback; disadvantage)
-
the ruin (wreck; derelict; heap o rubbish; reject; misfit)
Translation Matrix for ruin:
Palabras relacionadas con "ruin":
Sinónimos de "ruin":
Definiciones relacionadas de "ruin":
Wiktionary: ruin
ruin
ruin
Cross Translation:
noun
verb
Cross Translation: