Inglés
Traducciones detalladas de self-satisfaction de inglés a neerlandés
self-satisfaction:
-
the self-satisfaction (arrogance; self complacency; self-conceit; haughtiness; cockiness; self-complacency; conceit; conceitedness)
de eigendunk; het egotisme; de ijdelheid; de zelfingenomenheid; de zelfgenoegzaamheid; de arrogantie; de eigenwaan; de hoogmoed -
the self-satisfaction
het zelfbehagen