Inglés

Traducciones detalladas de sharpening de inglés a neerlandés

sharpening:

sharpening [the ~] sustantivo

  1. the sharpening (escalation; intensification)
    de verscherping
  2. the sharpening
    aanslijpen

Translation Matrix for sharpening:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
aanslijpen sharpening
verscherping escalation; intensification; sharpening
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aanslijpen sharpen

Palabras relacionadas con "sharpening":


sharpen:

to sharpen verbo (sharpens, sharpened, sharpening)

  1. to sharpen (sharpen one's pencil)
    punten; aanpunten
    • punten verbo
    • aanpunten verbo (punt aan, puntte aan, puntten aan, aangepunt)
  2. to sharpen (accentuate)
    aanscherpen; aanspitsen
  3. to sharpen
    slijpen; scherp maken
  4. to sharpen
    slijpen; aanslijpen
    • slijpen verbo (slijp, slijpt, slijpte, slijpten, geslepen)
    • aanslijpen verbo (slijp aan, slijpt aan, sleep aan, slepen aan, aangeslepen)
  5. to sharpen
    aanpunten
    • aanpunten verbo (punt aan, puntte aan, puntten aan, aangepunt)
  6. to sharpen (tighten)
    verscherpen; aanhalen
    • verscherpen verbo (verscherp, verscherpt, verscherpte, verscherpten, verscherpt)
    • aanhalen verbo (haal aan, haalt aan, haalde aan, haalden aan, aangehaald)
  7. to sharpen (whet; grind; strop)
    slijpen; wetten; aanzetten; scherpen
    • slijpen verbo (slijp, slijpt, slijpte, slijpten, geslepen)
    • wetten verbo (wet, wette, wetten, gewet)
    • aanzetten verbo (zet aan, zette aan, zetten aan, aangezet)
    • scherpen verbo (scherp, scherpt, scherpte, scherpten, gescherpt)

Conjugaciones de sharpen:

present
  1. sharpen
  2. sharpen
  3. sharpens
  4. sharpen
  5. sharpen
  6. sharpen
simple past
  1. sharpened
  2. sharpened
  3. sharpened
  4. sharpened
  5. sharpened
  6. sharpened
present perfect
  1. have sharpened
  2. have sharpened
  3. has sharpened
  4. have sharpened
  5. have sharpened
  6. have sharpened
past continuous
  1. was sharpening
  2. were sharpening
  3. was sharpening
  4. were sharpening
  5. were sharpening
  6. were sharpening
future
  1. shall sharpen
  2. will sharpen
  3. will sharpen
  4. shall sharpen
  5. will sharpen
  6. will sharpen
continuous present
  1. am sharpening
  2. are sharpening
  3. is sharpening
  4. are sharpening
  5. are sharpening
  6. are sharpening
subjunctive
  1. be sharpened
  2. be sharpened
  3. be sharpened
  4. be sharpened
  5. be sharpened
  6. be sharpened
diverse
  1. sharpen!
  2. let's sharpen!
  3. sharpened
  4. sharpening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for sharpen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
aanhalen caress; cuddle; fondling; hug; stroking
aanslijpen sharpening
aanzetten encouraging; impelling; inciting; stimulation; turning on
slijpen grinding; polishing
wetten acts; institutions; laws; rules
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aanhalen sharpen; tighten cite; quote
aanpunten sharpen; sharpen one's pencil
aanscherpen accentuate; sharpen acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen
aanslijpen sharpen
aanspitsen accentuate; sharpen
aanzetten grind; sharpen; strop; whet activate; bait; connect; drive; encourage; excite; goad; incite; instigate; irritate; light; nettle; put on; start; stimulate; stir up; switch on; turn on; urge; whip up
punten sharpen; sharpen one's pencil
scherp maken sharpen
scherpen grind; sharpen; strop; whet
slijpen grind; sharpen; strop; whet
verscherpen sharpen; tighten
wetten grind; sharpen; strop; whet
- focalise; focalize; focus; heighten; point; taper
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
- point

Palabras relacionadas con "sharpen":


Sinónimos de "sharpen":


Antónimos de "sharpen":


Definiciones relacionadas de "sharpen":

  1. put (an image) into focus1
  2. become sharp or sharper1
    • The debate sharpened1
  3. make crisp or more crisp and precise1
    • We had to sharpen our arguments1
  4. make (one's senses) more acute1
    • This drug will sharpen your vision1
  5. give a point to1
  6. raise the pitch of (musical notes)1
  7. make sharp or sharper1
    • sharpen the knives1
  8. make (images or sounds) sharp or sharper1
  9. To enhance the edges of subjects in an image.2

Wiktionary: sharpen

sharpen
verb
  1. to make sharp
sharpen
verb
  1. scherper maken

Cross Translation:
FromToVia
sharpen aanzetten; slijpen; scherpen; wetten affileraiguiser le tranchant émousser ou ébrécher d’un instrument, lui donner le fil.
sharpen aanzetten; slijpen; scherpen; wetten aiguiserrendre aigu.