Interglot - "smoothed" traducido de inglés a neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Inglés a neerlandés: más información...

smoothed:
- plat; vlak; geëgaliseerd
smooth:
- vlak; effen; gelijk; egaal; glad; geslepen; strak; plat; vlakuit; vloeiend; vlot; vliedend; stromend; obsceen; vunzig; zedeloos; schuin; vies; smeuïg; rimpelloos
- schaven; raspen; schuren; egaliseren; gelijkmaken; effenen; gladmaken; nivelleren; vlak maken; platmaken; afplatten; politoeren
Wiktionary:
- smooth → glad, vlot, zacht, fijn, effen, vlak
- smooth → gladheid, glads, zwaai, streling, gladhuidige
- smooth → glad, maken, gladstrijken, gladmaken
- smooth → afstompen, bot maken, lenigen, vergulden, verzoeten, effen, gelijk, glad, sluik, zonder moeilijkheden, vlot, plat, slap, vlak

Inglés

Traducciones detalladas de smoothed de inglés a neerlandés

smoothed:

smoothed adj.

smoothed (flattened; evened)
plat; vlak; geëgaliseerd
- plat adj.
- vlak adj.
- geëgaliseerd adj.

Translation Matrix for smoothed:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
vlak		area; face; level
Adjective	Traducciones relacionadas	Other Translations
plat	evened; flattened; smoothed	banal; below the belt; bluntly; close; close by; coarse; commonplace; crude; even; flat; flatly; gross; horizontal; level; nasty; point blank; racial; rotten; seedy; shabby; smooth; stale; trite; trivial; uniform; unmannerly; unsavory; unsavoury; unwavering; vapid; vulgar
vlak	evened; flattened; smoothed	bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; horizontal; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar
-	smoothened
Modifier	Traducciones relacionadas	Other Translations
geëgaliseerd	evened; flattened; smoothed

Palabras relacionadas con "smoothed":

smooth

Sinónimos de "smoothed":

smoothened; ironed

Definiciones relacionadas de "smoothed":

made smooth by ironing¹

smoothed forma de smooth:

smooth adj.

smooth (flat; level; even; uniform; coarse; unwavering; crude; vulgar; point blank; flatly; bluntly; close by; close)
vlak; effen; gelijk; egaal; glad; geslepen; strak; plat; vlakuit
- vlak adj.
- effen adj.
- gelijk adj.
- egaal adj.
- glad adj.
- geslepen adj.
- strak adj.
- plat adj.
- vlakuit adv.
smooth (streaming; fluently; fluent)
vloeiend; vlot; vliedend; stromend
- vloeiend adj.
- vlot adj.
- vliedend adj.
- stromend adj.
smooth (obscene; cunning; sleek; slithery; bald; smoothly; icy; slippery; immoral; lack of moral)
obsceen; vunzig; zedeloos; schuin; vies
- obsceen adj.
- vunzig adj.
- zedeloos adj.
- schuin adj.
- vies adj.
smooth
smeuïg
- smeuïg adj.
smooth
rimpelloos
- rimpelloos adj.

to smooth verbo (smooths, smoothed, smoothing)

to smooth (grate; plane)
schaven; raspen; schuren
- schaven verbo (schaaf, schaaft, schaafte, schaaften, geschaafd)
- raspen verbo (rasp, raspt, raspte, raspten, geraspt)
- schuren verbo (schuur, schuurt, schuurde, schuurden, geschuurd)
to smooth (egalize; even; polish)
egaliseren; gelijkmaken; effenen; gladmaken
- egaliseren verbo (egaliseer, egaliseert, egaliseerde, egaliseerden, geëgaliseerd)
- gelijkmaken verbo (maak gelijk, maakt gelijk, maakte gelijk, maakten gelijk, gelijk gemaakt)
- effenen verbo (effen, effent, effende, effenden, geëffend)
- gladmaken verbo (maak glad, maakt glad, maakte glad, maakten glad, gladgemaakt)
to smooth (equalize; level up; level; level down; level out; equalise)
gelijkmaken; nivelleren; vlak maken
- gelijkmaken verbo (maak gelijk, maakt gelijk, maakte gelijk, maakten gelijk, gelijk gemaakt)
- nivelleren verbo (nivelleer, nivelleert, nivelleerde, nivelleerden, genivelleerd)
- vlak maken verbo
to smooth (flatten; level)
effenen; platmaken; afplatten
- effenen verbo (effen, effent, effende, effenden, geëffend)
- platmaken verbo (maak plat, maakt plat, maakte plat, maakten plat, plat gemaakt)
- afplatten verbo (plat af, platte af, platten af, afgeplat)
to smooth (polish)
politoeren
- politoeren verbo (politoer, politoert, politoerde, politoerden, gepolitoerd)

Conjugaciones de smooth:

present

smooth
smooth
smooths
smooth
smooth
smooth

simple past

smoothed
smoothed
smoothed
smoothed
smoothed
smoothed

present perfect

have smoothed
have smoothed
has smoothed
have smoothed
have smoothed
have smoothed

past continuous

was smoothing
were smoothing
was smoothing
were smoothing
were smoothing
were smoothing

future

shall smooth
will smooth
will smooth
shall smooth
will smooth
will smooth

continuous present

am smoothing
are smoothing
is smoothing
are smoothing
are smoothing
are smoothing

subjunctive

be smoothed
be smoothed
be smoothed
be smoothed
be smoothed
be smoothed

diverse

smooth!
let's smooth!
smoothed
smoothing

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for smooth:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
gelijk		right
gelijkmaken		levelling out
nivelleren		levelling out
vlak		area; face; level
vlak maken		level
vlot		raft; timber raft; wooden raft
Verb	Traducciones relacionadas	Other Translations
afplatten	flatten; level; smooth
effenen	egalize; even; flatten; level; polish; smooth	settle
egaliseren	egalize; even; polish; smooth	settle
gelijkmaken	egalize; equalise; equalize; even; level; level down; level out; level up; polish; smooth
gladmaken	egalize; even; polish; smooth	brush up; buff; doll up; polish; rub smooth; spruce up; trick up
nivelleren	equalise; equalize; level; level down; level out; level up; smooth
platmaken	flatten; level; smooth	crush; flatten; squash
politoeren	polish; smooth
raspen	grate; plane; smooth
schaven	grate; plane; smooth
schuren	grate; plane; smooth
vlak maken	equalise; equalize; level; level down; level out; level up; smooth
-	polish; shine; smooth out; smoothen
Adjective	Traducciones relacionadas	Other Translations
effen	bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar	plain
egaal	bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar
gelijk	bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar	at once; directly; ditto; identical; immediately; instantly; now; right now; similar; the same
geslepen	bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar	cunning; false; low; mean; nasty; polished; roguish; seasoned; sharp; sharpened; shrewd; slick; slippery; sly; smoothened; underhand; vicious; vile; well sharpened
glad	bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar	greasy; slippery; slithery
obsceen	bald; cunning; icy; immoral; lack of moral; obscene; sleek; slippery; slithery; smooth; smoothly
plat	bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar	banal; below the belt; coarse; commonplace; crude; evened; flat; flattened; gross; horizontal; nasty; racial; rotten; seedy; shabby; smoothed; stale; trite; trivial; unmannerly; unsavory; unsavoury; vapid; vulgar
rimpelloos	smooth
schuin	bald; cunning; icy; immoral; lack of moral; obscene; sleek; slippery; slithery; smooth; smoothly	crooked; leaning; lopsided; oblique; skew; slanting; sloping
smeuïg	smooth
strak	bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar	fixed; fossilised; fossilized; petrified; rigid; set; star; stern; stiff; taut; tight
vies	bald; cunning; icy; immoral; lack of moral; obscene; sleek; slippery; slithery; smooth; smoothly	churlish; despicable; dirty; disgusting; dowdy; filthy; grimy; grubby; gruesome; heinous; loathsome; putrefied; putrid; rancid; repugnant; repulsive; revolting; shoddy; sickening; sloppy; slovenly; sordid
vlak	bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar	evened; flattened; horizontal; smoothed
vloeiend	fluent; fluently; smooth; streaming
vlot	fluent; fluently; smooth; streaming	adept; adroit; agile; bright; brisk; clever; dapper; dexterous; expert; fashionable; fast; flashy; fledged; handy; neat; nimble; promptly; quick; rapid; readily; skilful; skillful; snappy; snazzy; speedy; sprightly; spry; stylish; swift; trendy; worldly minded
vunzig	bald; cunning; icy; immoral; lack of moral; obscene; sleek; slippery; slithery; smooth; smoothly	banal; below the belt; churlish; coarse; commonplace; dowdy; gross; grubby; messy; nasty; rotten; seedy; shabby; shoddy; sloppy; slovenly; trite; trivial; unmannerly; unsavory; unsavoury; vapid; vulgar
zedeloos	bald; cunning; icy; immoral; lack of moral; obscene; sleek; slippery; slithery; smooth; smoothly	amoral; immoral; indecent
-	bland; fluent; fluid; legato; liquid; placid; politic; quiet; still; suave; tranquil; unruffled
Adverb	Traducciones relacionadas	Other Translations
vlakuit	bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar
Other	Traducciones relacionadas	Other Translations
-	smooth down
Modifier	Traducciones relacionadas	Other Translations
stromend	fluent; fluently; smooth; streaming
vliedend	fluent; fluently; smooth; streaming

Palabras relacionadas con "smooth":

smoothness, smoothing, smoothed, smoothest, smoothly

Sinónimos de "smooth":

creaseless; uncreased; even-textured; fast; fine-textured; smooth-textured; glassy; glossy; satiny; sleek; silken; silky; silklike; slick; seamless; unlined; unseamed; streamlined; aerodynamic; flowing; velvet; velvety; velvet-textured; waxlike; wax-coated; waxy; ceraceous; even; fine; ironed; slippery; slippy
politic; suave; bland; diplomatic; diplomatical
entire; repand; sinuate; undulate; unnotched; untoothed; simple; unsubdivided; compound
fluent; fluid; liquid; graceful
legato
easy
placid; quiet; still; tranquil; unruffled; calm
accomplishment; achievement
smoothen; change surface; smooth over
polish; shine; fancify; beautify; embellish; prettify
smooth out; rid; free; disembarrass

Antónimos de "smooth":

rough; staccato; roughen

Definiciones relacionadas de "smooth":

(of a body of water) free from disturbance by heavy waves¹
- a smooth channel crossing¹
lacking obstructions or difficulties¹
- the bill's path through the legislature was smooth and orderly¹
smoothly agreeable and courteous with a degree of sophistication¹
- the manager pacified the customer with a smooth apology for the error¹
smooth and unconstrained in movement¹
- a long, smooth stride¹
having a surface free from roughness or bumps or ridges or irregularities¹
- smooth skin¹
- a smooth tabletop¹
- smooth fabric¹
- a smooth road¹
- water as smooth as a mirror¹
of motion that runs or flows or proceeds without jolts or turbulence¹
- a smooth ride¹
of the margin of a leaf shape; not broken up into teeth¹
(music) without breaks between notes; smooth and connected¹
the act of smoothing¹
- he gave his hair a quick smooth¹
make (a surface) shine¹
make smooth or smoother, as if by rubbing¹
- smooth the surface of the wood¹
free from obstructions¹
- smooth the way towards peace negotiations¹

Wiktionary: smooth

smooth

adjective

lacking friction, not rough
- smooth → glad
without difficulty
- smooth → vlot
bland; glib
- smooth → glad
suave; sophisticated
- smooth → vlot; glad
action: natural; unconstrained
- smooth → glad
motion: unbroken
- smooth → vlot
placid, calm
- smooth → glad
edge: lacking projections or indentations; not serrated
- smooth → glad
food or drink: not grainy; having an even texture
- smooth → glad; zacht; fijn
beverage: having a pleasantly rounded flavor; neither rough nor astringent
- smooth → fijn
mathematics, of a function: Having derivatives of all finite orders at all points within the function’s domain
- smooth → glad

noun

something which is smooth or easy
- smooth → gladheid; glads
smoothing action
- smooth → zwaai; streling
domestic animal having a smooth coat
- smooth → gladhuidige

verb

make smooth
- smooth → glad; maken; gladstrijken

smooth

adjective

glad van oppervlak
- effen → even; flat; level; smooth
egaal, met geringe ruwheid, slipperig
- glad → smooth
zonder bergen of dalen
- vlak → even; flat; level; smooth
gemakkelijk, eenvoudig, zonder veel problemen
- vlot → smooth

verb

gelijk, effen maken
- gladmaken → make smooth; smooth
door strijken glad of effen maken
- gladstrijken → iron out; smooth

Cross Translation:

From	To	Via
• smooth	→ afstompen; bot maken; lenigen; vergulden; verzoeten	↔ adoucir — Rendre doux, tempérer l’âcreté de quelque chose d’aigre, de piquant, de salé.
• smooth	→ effen; gelijk; glad; sluik; zonder moeilijkheden; vlot	↔ lisse — Sans aspérité ni rayure.
• smooth	→ plat; slap; effen; gelijk; vlak	↔ plat — sans relief.

Traducciones automáticas externas: