Resumen
Inglés a neerlandés: más información...
- special:
-
Wiktionary:
- special → speciaal
- special → bijzonder, speciaal, eigenaardig, afgezonderd, afzonderlijk, los, apart, afdeling, branche, tak, vak
Inglés
Traducciones detalladas de special de inglés a neerlandés
special:
-
special
-
special (unique; separate; exquisite; exclusive; sole; incomparable; inimitable; unparalleled; on its own; isolated; the one and only; once in a life time; one and only)
uniek; bijzonder; onvergelijkbaar; enig in zijn soort; apart; enig; onvergelijkelijk-
uniek adj.
-
bijzonder adj.
-
onvergelijkbaar adj.
-
enig in zijn soort adj.
-
apart adj.
-
enig adj.
-
onvergelijkelijk adj.
-
-
special (particular; extremely; exceptional; highly; eccentric; greatly; ultra)
bijzonder; buitengewoon; uiterst; zeer; uitermate; heel erg; extreem; buitensporig; hogelijk; excessief; ten zeerste; buitengemeen-
bijzonder adj.
-
buitengewoon adj.
-
uiterst adj.
-
zeer adj.
-
uitermate adv.
-
heel erg adj.
-
extreem adj.
-
buitensporig adj.
-
hogelijk adv.
-
excessief adj.
-
ten zeerste adj.
-
buitengemeen adj.
-
-
the special (special issue)
het themanummer -
the special
Translation Matrix for special:
Palabras relacionadas con "special":
Sinónimos de "special":
Definiciones relacionadas de "special":
Wiktionary: special
special
Cross Translation:
adjective
special
adjective
-
op een positieve manier anders dan het andere
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• special | → speciaal; eigenaardig | ↔ speziell — sich vom Normalfall (der Regel oder von den jeweils anderen) in den Eigenschaften oder der Wichtigkeit unterscheidend |
• special | → afgezonderd; afzonderlijk; bijzonder; los; apart | ↔ particulier — Qui présente une caractéristique spéciale, qui appartenir, proprement et singulièrement, à certaines personnes ou à certaines choses; qui n’est point commun à d’autres personnes, à d’autres choses de même espèce. |
• special | → bijzonder; speciaal | ↔ spécial — Qui est exclusivement destiner à quelque chose en particulier; qui a un caractère particulier. |
• special | → afdeling; branche; tak; vak | ↔ spécialité — caractère de ce qui est spécial. |