Resumen
Inglés a neerlandés: más información...
- unconditional:
-
Wiktionary:
- unconditional → onvoorwaardelijk
Inglés
Traducciones detalladas de unconditional de inglés a neerlandés
unconditional:
-
unconditional (definitely; absolutely; indisputable; certain; absolute; certainly; undoubted; sure; positive; final)
onvoorwaardelijk; absoluut; zeker; pertinent; vaststaand; volstrekt; vast en zeker; ten enenmale-
onvoorwaardelijk adj.
-
absoluut adj.
-
zeker adj.
-
pertinent adj.
-
vaststaand adj.
-
volstrekt adj.
-
vast en zeker adj.
-
ten enenmale adj.
-
Translation Matrix for unconditional:
Palabras relacionadas con "unconditional":
Sinónimos de "unconditional":
Antónimos de "unconditional":
Definiciones relacionadas de "unconditional":
Wiktionary: unconditional
unconditional
adjective
-
without conditions
- unconditional → onvoorwaardelijk