Resumen
Inglés a neerlandés: más información...
- untie:
-
Wiktionary:
- untie → losknopen, losmaken, ontrafelen, oplossen, ontwarren, loskomen
- untie → ontvlekken, detacheren, uitzenden, afbinden, losbinden, losmaken, afhaken, afkoppelen, ontkoppelen
Inglés
Traducciones detalladas de untie de inglés a neerlandés
untie:
-
to untie (unpick; pull out; get undone)
-
to untie (release; loosen; unlace; work loose; set free)
-
to untie (unbutton; unravel; fray; loosen; undo; unlock; ravel out)
-
to untie (disentangle; unravel; solve; unriddle; unbutton)
uit elkaar halen; uit de war halen; ontrafelen; ontwarren-
uit elkaar halen verbo (haal uit elkaar, haalt uit elkaar, haalde uit elkaar, haalden uit elkaar, uit elkaar gehaald)
-
uit de war halen verbo
-
Conjugaciones de untie:
present
- untie
- untie
- unties
- untie
- untie
- untie
simple past
- untied
- untied
- untied
- untied
- untied
- untied
present perfect
- have untied
- have untied
- has untied
- have untied
- have untied
- have untied
past continuous
- was untying
- were untying
- was untying
- were untying
- were untying
- were untying
future
- shall untie
- will untie
- will untie
- shall untie
- will untie
- will untie
continuous present
- am untying
- are untying
- is untying
- are untying
- are untying
- are untying
subjunctive
- be untied
- be untied
- be untied
- be untied
- be untied
- be untied
diverse
- untie!
- let's untie!
- untied
- untying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for untie:
Palabras relacionadas con "untie":
Sinónimos de "untie":
Antónimos de "untie":
Definiciones relacionadas de "untie":
Wiktionary: untie
untie
Cross Translation:
verb
untie
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• untie | → ontvlekken; detacheren; uitzenden; afbinden; losbinden; losmaken; afhaken; afkoppelen; ontkoppelen | ↔ détacher — Dégager de ce qui l’attachait (sens général) |