Resumen
Español a neerlandés:   más información...
  1. encaramar:
  2. Wiktionary:


Español

Traducciones detalladas de encaramar de español a neerlandés

encaramar:

encaramar verbo

  1. encaramar (aparejar; enjarciar)
    v. takelwerk voorzien
    • v. takelwerk voorzien verbo (voorzie van takelwerk, voorziet van takelwerk, voorzag van takelwerk, voorzagen van takelwerk, van takelwerk voorzien)

Translation Matrix for encaramar:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
v. takelwerk voorzien aparejar; encaramar; enjarciar

Sinónimos de "encaramar":


Wiktionary: encaramar

encaramar
verb
  1. iets in opwaartse richting trekken, al dan niet middels een katrol