Resumen
Español a neerlandés: más información...
-
trabajador doméstico:
-
Wiktionary:
trabajador doméstico → bediende
-
Wiktionary:
Español
Traducciones detalladas de trabajador doméstico de español a neerlandés
trabajador doméstico: (*Aplicando el separador de palabras y frases)
- trabajador: druk; bezig; actief; bedrijvig; arbeider; werker; werkkracht; werkman; nijver; werknemer; arbeidskracht; stevig aanpakkend; grondig aanpakkend; flink aanpakkend; noest; arbeidzaam
- domesticar: trainen; temmen; africhten; dresseren; dier africhten
- doméstico: huishoudelijk; aangenaam; knus; behaaglijk
Wiktionary: trabajador doméstico
trabajador doméstico
noun
-
iemand die eten en of drinken brengt in een horecagelegenheid