Español
Traducciones detalladas de estar en contacto de español a neerlandés
estar en contacto: (*Aplicando el separador de palabras y frases)
- estar: zijn; zich bevinden; uithangen; liggen; gelegen zijn; er zijn; aanwezig zijn; ergens zijn; zich ophouden; erbij zijn; tegenwoordig zijn
- en: te; in; bij; erbij; erop; via; ter; bij de
- con tacto: kies; tactvol; met veel tact
- contacto: contact; aansluiting; verbinding; connectie; contactpersoon; voeling; verkeer; omgang; geslachtsgemeenschap; gevoel; aanvoelen; feeling