Interglot - recurso: resultados en español y neerlandés encontrados en el Diccionario de traducción Interglot

Resumen

Español a neerlandés: más información...

recurso:
- hulpbron; rechtsmiddel; bron; werkplaats; resource; ressource; hulpmiddel; redmiddel; rijkdom
Wiktionary:
- recurso → medium, uitkomst
- recurso → hulpmiddel, middel, uitweg, toevlucht, bron, hulpbron, faciliteit, ressource, bevelschrift, gerechterlijke opdracht, dwangbevel, gebruik, genot, beroep, regres, appel, remedie, medium, weg, artsenij, geneesmiddel, medicijn, middelen van bestaan, victualiën, uitvlucht

Español

Traducciones detalladas de recurso de español a neerlandés

el recurso
de hulpbron
- hulpbron [de ~] sustantivo
el recurso
het rechtsmiddel
- rechtsmiddel [het ~] sustantivo
el recurso
de bron
- bron [de ~] sustantivo
el recurso
de werkplaats
- werkplaats [de ~] sustantivo
el recurso
de resource
- resource [de ~] sustantivo
el recurso (remedio; arbitrio; medio auxiliar; salida)
de ressource; het hulpmiddel; het redmiddel
- ressource [de ~] sustantivo
- hulpmiddel [het ~] sustantivo
- redmiddel [het ~] sustantivo
el recurso (riqueza; abundancia)
de rijkdom
- rijkdom [de ~ (m)] sustantivo

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
bron	recurso	canal de desagüe; canalón; derivación; desagüe; desarrollo; drenaje; filiación; formación; fuente; fuente de informaciones; fuente de informes; fuente de inspiración; fuente del río; hoyo; manantial; manantial de agua; origen; origen de datos; pozo de agua; tubería; tubo de desagüe; tubo de evacuación; vaciado
hulpbron	recurso
hulpmiddel	arbitrio; medio auxiliar; recurso; remedio; salida
rechtsmiddel	recurso	vía de recurso
redmiddel	arbitrio; medio auxiliar; recurso; remedio; salida
resource	recurso
ressource	arbitrio; medio auxiliar; recurso; remedio; salida
rijkdom	abundancia; recurso; riqueza	riqueza
werkplaats	recurso	estudio; taller

recurso

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• recurso	→ hulpmiddel	↔ aid — something which helps; a material source of help
• recurso	→ middel	↔ mean — method by which something is done
• recurso	→ uitweg; toevlucht	↔ resort — something or someone turned to for safety
• recurso	→ bron; hulpbron; faciliteit; hulpmiddel; ressource	↔ resource — something that one uses to achieve an objective
• recurso	→ bevelschrift; gerechterlijke opdracht; dwangbevel	↔ writ — A written order
• recurso	→ ressource	↔ Ressource — natürliche Rohstoffvorkommen
• recurso	→ gebruik; genot; beroep; regres; appel	↔ recours — action par laquelle on rechercher de l’assistance, du secours.
• recurso	→ remedie; medium; middel; weg; artsenij; geneesmiddel; medicijn	↔ remède — médecine\|fr substance qui sert à guérir un mal ou une maladie.
• recurso	→ middelen van bestaan; victualiën; remedie; medium; middel; weg; uitvlucht; uitweg	↔ ressource — Traductions à trier suivant le sens