Interglot - zozobra: resultados en español y neerlandés encontrados en el Diccionario de traducción Interglot

Eliminar anuncios

Resumen

Español a neerlandés: más información...

zozobrar:
- vervallen; wegglijden; inzinken; aftakelen; afzakken; afglijden; wegzinken; kapseizen; kantelen; omkantelen; over een kant vallen
Wiktionary:
- zozobra → schipbreuk
- zozobra → bezorgdheid, ongerustheid
- zozobrar → kapseizen
- zozobrar → kapseizen, mislukken, falen, kelderen, zinken, omvallen

Español

Traducciones detalladas de zozobra de español a neerlandés

zozobra:

Sinónimos de "zozobra":

afligirse; angustiarse; inquietarse; ansiedad; incertidumbre; desazón; desasosiego

Wiktionary: zozobra

zozobra

noun

een gebeurtenis waarbij een schip zinkt of op de klippen loopt
- schipbreuk → naufragio; zozobra

Cross Translation:

From	To	Via
• zozobra	→ bezorgdheid; ongerustheid	↔ anxiety — concern

zozobrar:

zozobrar verbo

zozobrar (irse a pique)
vervallen; wegglijden; inzinken; aftakelen; afzakken; afglijden; wegzinken
- vervallen verbo (verval, vervalt, verviel, vervielen, vervallen)
- wegglijden verbo (glijd weg, glijdt weg, gleed weg, gleden weg, weggegleden)
- inzinken verbo (zink in, zinkt in, zonk in, zonken in, ingezonken)
- aftakelen verbo (takel af, takelt af, takelde af, takelden af, afgetakeld)
- afzakken verbo (zak af, zakt af, zakte af, zakten af, afgezakt)
- afglijden verbo (glijd af, glijdt af, gleed af, gleden af, afgegleden)
- wegzinken verbo (zink weg, zinkt weg, zonk weg, zonken weg, weggezonken)
zozobrar (volcar)
kapseizen
- kapseizen verbo (kapseis, kapseist, kapseisde, kapseisden, gekapseisd)
zozobrar (volcar)
kantelen; omkantelen; over een kant vallen
- kantelen verbo (kantel, kantelt, kantelde, kantelden, gekanteld)
- omkantelen verbo (kantel om, kantelt om, kantelde om, kantelden om, ommgekanteld)
- over een kant vallen verbo

Conjugaciones de zozobrar:

presente

zozobro
zozobras
zozobra
zozobramos
zozobráis
zozobran

imperfecto

zozobraba
zozobrabas
zozobraba
zozobrábamos
zozobrabais
zozobraban

indefinido

zozobré
zozobraste
zozobró
zozobramos
zozobrasteis
zozobraron

fut. de ind.

zozobraré
zozobrarás
zozobrará
zozobraremos
zozobraréis
zozobrarán

condic.

zozobraría
zozobrarías
zozobraría
zozobraríamos
zozobraríais
zozobrarían

pres. de subj.

que zozobre
que zozobres
que zozobre
que zozobremos
que zozobréis
que zozobren

imp. de subj.

que zozobrara
que zozobraras
que zozobrara
que zozobráramos
que zozobrarais
que zozobraran

miscelánea

¡zozobra!
¡zozobrad!
¡no zozobres!
¡no zozobréis!
zozobrado
zozobrando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Translation Matrix for zozobrar:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
inzinken		hundimiento
kapseizen	volcar; zozobrar
vervallen		caducar; vencer
wegglijden		resbalón
wegzinken		hundimiento
Verb	Traducciones relacionadas	Other Translations
afglijden	irse a pique; zozobrar	deslizarse
aftakelen	irse a pique; zozobrar	debilitar; debilitarse
afzakken	irse a pique; zozobrar
inzinken	irse a pique; zozobrar	bajar los precios; desmoronarse; sufrir un ataque nervioso; sufrir un bache; venirse abajo
kantelen	volcar; zozobrar	dar vueltas; derribar; girar; tornar; tornarse; volcar; voltear
kapseizen	volcar; zozobrar
omkantelen	volcar; zozobrar
over een kant vallen	volcar; zozobrar
vervallen	irse a pique; zozobrar	avanzar; caducar; caer en ruina; decaer; declinar; derrumbarse; deshacerse; desintegrarse; desmedrar; desmoronarse; desplomarse; disminuir; expirar; fragmentarse; hundirse; inclinarse; pasar; quedar en ruina; reducirse; transcurrir
wegglijden	irse a pique; zozobrar	debilitar; debilitarse
wegzinken	irse a pique; zozobrar
Adjective	Traducciones relacionadas	Other Translations
vervallen		desgastado; expirado; gastado; pasado; transcurrido

Sinónimos de "zozobrar":

fracasar; perderse; quebrar; hundirse
naufragar; irse a pique; volcar; encallar; derribar; tumbar

Wiktionary: zozobrar

zozobrar

verb

ondersteboven komen liggen
- kapseizen → zozobrar