Resumen
Español a neerlandés: más información...
-
parte de la oración:
-
Wiktionary:
parte de la oración → zinsdeel, woordsoort
-
Wiktionary:
Español
Traducciones detalladas de parte de la oración de español a neerlandés
parte de la oración: (*Aplicando el separador de palabras y frases)
- parte: stuk; gedeelte; part; fractie; deel; band; volume; boekdeel; afdeling; tak; departement; sectie; detachement; aandeel; deeltje; onderdeeltje; segment; portie; dosis; lichaamsdeel; brokje; ledemaat; geluidsniveau; homp; lidmaat; kleine brok; groot en dik stuk
- partir: gaan; vertrekken; weggaan; opstappen; heengaan; opbreken; reizen; trekken; zwerven; rondreizen; verlaten; verdwijnen; wegtrekken; afreizen; wegreizen; doorknippen; scheiden; splitsen; uit elkaar halen; doorsnijden; doorhakken; kloven; klieven; uiteenhalen; doorklieven; van wal gaan; van wal steken; doormidden hakken; doorhouwen; in tweeën houwen
- dar: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; verlenen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; verdelen; uitreiken; distribueren; ronddelen; draaien; wenden; meegeven; meesturen; zwenken; meezenden; toebrengen; toewijzen; toekennen; gunnen; ondervragen; uitkeren; toebedelen; verhoren; overhoren; uitvragen; uithoren; gunst verlenen; iets toekennen
- darse: spelen; optreden; performen; geven; schenken; doneren; gunnen; gunst verlenen
- dársela: verneuken
- la: het; de
- oración: zin; zin taalkundig; bidden; gebed
Wiktionary: parte de la oración
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• parte de la oración | → zinsdeel; woordsoort | ↔ part of speech — the function a word or phrase performs |