Resumen
Español a neerlandés:   más información...
  1. afianzar:


Español

Traducciones detalladas de afianzar de español a neerlandés

afianzar:


Sinónimos de "afianzar":


Wiktionary: afianzar

afianzar
verb
  1. (overgankelijk) verklaren dat iets toekomstigs met zekerheid te verwachten is

Cross Translation:
FromToVia
afianzar onderbouwen; ondersteunen buttress — support something or someone by supplying evidence
afianzar borg staan voor; garanderen; sponsoren; waarborgen cautionner — Se rendre caution pour quelqu’un.