Interglot - "acentos" traducido de español a neerlandés

Resumen

Español a neerlandés: más información...

acentos:
- accenten
acento:
- nadruk; accent; hoofdtoon; klemtoon; accentteken; benadrukking; dialect; taaltje; tongval
Wiktionary:
- acento → accent, klemtoon
- acento → accent, klemtoon, tongval, uitspraak

Español

Traducciones detalladas de acentos de español a neerlandés

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
accenten	acentos

el acento
de nadruk; het accent; de hoofdtoon; de klemtoon
- nadruk [de ~ (m)] sustantivo
- accent [het ~] sustantivo
- hoofdtoon [de ~ (m)] sustantivo
- klemtoon [de ~ (m)] sustantivo
el acento
het accentteken
- accentteken [het ~] sustantivo
el acento (acentuación; punto de interés)
de benadrukking
- benadrukking [de ~ (v)] sustantivo
el acento (algarabía; argot; lenguaje; jerga)
het accent; het dialect; het taaltje; de tongval
- accent [het ~] sustantivo
- dialect [het ~] sustantivo
- taaltje [het ~] sustantivo
- tongval [de ~ (m)] sustantivo

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
accent	acento; algarabía; argot; jerga; lenguaje
accentteken	acento
benadrukking	acento; acentuación; punto de interés
dialect	acento; algarabía; argot; jerga; lenguaje	dialecto
hoofdtoon	acento
klemtoon	acento
nadruk	acento
taaltje	acento; algarabía; argot; jerga; lenguaje	dialecto
tongval	acento; algarabía; argot; jerga; lenguaje	dialecto

acento

noun

de manier waarop iemand de klanken uitspreekt
- accent → acento
een teken dat op een klinker kan worden geplaatst
- accent → acento
taalkunde|nld sterkere intonatie waarmee een lettergreep van een woord wordt uitgesproken
- klemtoon → acento

Cross Translation:

From	To	Via
• acento	→ accent; klemtoon	↔ accent — stronger articulation
• acento	→ klemtoon; accent	↔ accent — orthography: mark to indicate accent
• acento	→ tongval; accent; uitspraak	↔ accent — modulation of the voice
• acento	→ accent	↔ accent — music: recurring stress on a tone
• acento	→ accent	↔ accent — prosody: stress on syllables of a verse
• acento	→ accent	↔ accent — music: expressive emphasis of a passage