Interglot - "apéndice" traducido de español a neerlandés

Resumen

Español a neerlandés: más información...

apéndice:
- toevoeging; appendix; aanvulling; addendum; aanhangsel; supplement; bijvoegsel; toevoegsel; blinde darm; wormvormig aanhangsel; bijmenging; bijvoeging
Wiktionary:
- apéndice → aanhangsel
- apéndice → aanhangsel, appendix, blinde darm, wormvormig aanhangsel, bijlage, toevoeging, toeslag, supplement, bijkomstigheid, bijwerk, bijzaak

Español

Traducciones detalladas de apéndice de español a neerlandés

el apéndice (addenda; anexo; adición; suplemento; artículo suplementario)
de toevoeging; de appendix; de aanvulling; het addendum; het aanhangsel; het supplement; het bijvoegsel; het toevoegsel
- toevoeging [de ~ (v)] sustantivo
- appendix [de ~] sustantivo
- aanvulling [de ~ (v)] sustantivo
- addendum [het ~] sustantivo
- aanhangsel [het ~] sustantivo
- supplement [het ~] sustantivo
- bijvoegsel [het ~] sustantivo
- toevoegsel [het ~] sustantivo
el apéndice
blinde darm
- blinde darm [znw.] sustantivo
el apéndice
wormvormig aanhangsel; de appendix
- wormvormig aanhangsel [znw.] sustantivo
- appendix [de ~] sustantivo
el apéndice (adición; añadidura)
de toevoeging; de bijmenging; de bijvoeging
- toevoeging [de ~ (v)] sustantivo
- bijmenging [de ~ (v)] sustantivo
- bijvoeging [de ~ (v)] sustantivo
el apéndice (añadidura; anexo; suplemento; adición)
de toevoeging; het bijvoegsel
- toevoeging [de ~ (v)] sustantivo
- bijvoegsel [het ~] sustantivo

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
aanhangsel	addenda; adición; anexo; apéndice; artículo suplementario; suplemento
aanvulling	addenda; adición; anexo; apéndice; artículo suplementario; suplemento	ampliación; anexo; aumento; complemento; empaquetadura; empaste; encierro; engrandecimiento; ensanche; expansión; pedido; suplemento
addendum	addenda; adición; anexo; apéndice; artículo suplementario; suplemento	anexo
appendix	addenda; adición; anexo; apéndice; artículo suplementario; suplemento
bijmenging	adición; apéndice; añadidura
bijvoeging	adición; apéndice; añadidura
bijvoegsel	addenda; adición; anexo; apéndice; artículo suplementario; añadidura; suplemento
blinde darm	apéndice
supplement	addenda; adición; anexo; apéndice; artículo suplementario; suplemento	suplemento
toevoeging	addenda; adición; anexo; apéndice; artículo suplementario; añadidura; suplemento	adición; extensión
toevoegsel	addenda; adición; anexo; apéndice; artículo suplementario; suplemento	adición; extensión
wormvormig aanhangsel	apéndice

apéndice

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• apéndice	→ aanhangsel	↔ annex — appendix
• apéndice	→ appendix; aanhangsel	↔ appendix — text added to the end of a book or an article
• apéndice	→ blinde darm	↔ appendix — vermiform appendix
• apéndice	→ aanhangsel; appendix; wormvormig aanhangsel; bijlage; toevoeging; toeslag; supplement; bijkomstigheid; bijwerk; bijzaak	↔ appendice — Ce qui semble appendre, ajouter à une autre chose. On trouve plus rarement son synonyme : appendage.