Español

Traducciones detalladas de arrear de español a neerlandés

arrear:

arrear verbo

  1. arrear (empujar)
    wegjagen; voortdrijven; voortjagen; aanzwiepen; opdrijven
    • wegjagen verbo (jaag weg, jaagt weg, joeg weg, joegen weg, weggejaagd)
    • voortdrijven verbo (drijf voort, drijft voort, dreef voort, dreven voort, voortgedreven)
    • voortjagen verbo (jaag voort, jaagt voort, joeg voort, joegen voort, voortgejaagd)
    • aanzwiepen verbo
    • opdrijven verbo (drijf op, drijft op, dreef op, dreven op, opgedreven)

Translation Matrix for arrear:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
wegjagen desalentador; desanimante; disuasivo
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aanzwiepen arrear; empujar
opdrijven arrear; empujar apresurar; cazar; correr; hacer subir; impulsar; rabiar
voortdrijven arrear; empujar
voortjagen arrear; empujar apresurar; cazar; correr; impulsar; rabiar
wegjagen arrear; empujar ahuyentar; desterrar; dispersar; echar; exiliar; expeler; expulsar

Sinónimos de "arrear":


Wiktionary: arrear

arrear
verb
  1. o1. iets of iemand voor zich uit doen bewegen

Cross Translation:
FromToVia
arrear najagen; narennen; achtervolgen; vervolgen; drijven; aandrijven; opjagen; voortdrijven poursuivresuivre quelqu’un avec application, avec ardeur, courir après quelqu’un dans le dessein de l’atteindre, de le prendre.
arrear douwen; dringen; duwen; stoten; aanduwen; drijven; aandrijven; opjagen; voortdrijven pousser — Faire pression contre quelqu’un ou contre quelque chose, pour le déplacer ou l’ôter de sa place.

Traducciones relacionadas de arrear