Resumen
Español a neerlandés: más información...
- desalentar:
-
Wiktionary:
- desalentar → ontmoedigen
- desalentar → ontmoedigen, ontraden, afraden om, afbreken, slopen, neerhalen, kappen, vellen, neervellen, wippen, afhakken, afhouwen, afkappen, omhakken, deprimeren, neerdrukken, neerslachtig maken, terneerdrukken, delven, opduikelen, opgraven, rooien, uitgraven, winnen, uitputten, putten uit, omkappen, slachten, afslachten, fnuiken, verzwakken, bevangen, overwinnen, verslaan, zegevieren, neerkomen, doden, doodmaken, ombrengen, doodschieten, fusilleren, de moed ontnemen, afleggen, aflopen, doorgaan, gaan door, bedaren, geruststellen, kalmeren, kleinmaken, vernederen, verootmoedigen
Español
Traducciones detalladas de desalentar de español a neerlandés
desalentar:
-
desalentar (desanimar)
moedeloos maken-
moedeloos maken verbo (maak moedeloos, maakt moedeloos, maakte moedeloos, maakten moedeloos, moedeloos gemaakt)
-
Conjugaciones de desalentar:
presente
- desaliento
- desalientas
- desalienta
- desalentamos
- desalentáis
- desalientan
imperfecto
- desalentaba
- desalentabas
- desalentaba
- desalentábamos
- desalentabais
- desalentaban
indefinido
- desalenté
- desalentaste
- desalentó
- desalentamos
- desalentasteis
- desalentaron
fut. de ind.
- desalentaré
- desalentarás
- desalentará
- desalentaremos
- desalentaréis
- desalentarán
condic.
- desalentaría
- desalentarías
- desalentaría
- desalentaríamos
- desalentaríais
- desalentarían
pres. de subj.
- que desaliente
- que desalientes
- que desaliente
- que desalentemos
- que desalentéis
- que desalienten
imp. de subj.
- que desalentara
- que desalentaras
- que desalentara
- que desalentáramos
- que desalentarais
- que desalentaran
miscelánea
- ¡desalienta!
- ¡desalentad!
- ¡no desalientes!
- ¡no desalentéis!
- desalentado
- desalentando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Translation Matrix for desalentar:
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
moedeloos maken | desalentar; desanimar |
Sinónimos de "desalentar":
Wiktionary: desalentar
desalentar
Cross Translation:
verb
-
de moed ontnemen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• desalentar | → ontmoedigen | ↔ deter — to persuade someone not to do something |
• desalentar | → ontraden; afraden om | ↔ discourage — to persuade somebody not to do something |
• desalentar | → ontmoedigen | ↔ entmutigen — den Mut nehmen |
• desalentar | → afbreken; slopen; neerhalen; kappen; vellen; neervellen; wippen; afhakken; afhouwen; afkappen; omhakken; deprimeren; neerdrukken; neerslachtig maken; terneerdrukken; delven; opduikelen; opgraven; rooien; uitgraven; winnen; uitputten; putten uit; omkappen; slachten; afslachten; fnuiken; verzwakken; bevangen; overwinnen; verslaan; zegevieren; neerkomen; doden; doodmaken; ombrengen; doodschieten; fusilleren; de moed ontnemen; ontmoedigen; afleggen; aflopen; doorgaan; gaan door; bedaren; geruststellen; kalmeren; kleinmaken; vernederen; verootmoedigen | ↔ abattre — Traductions à trier suivant le sens |
Traducciones automáticas externas: