Español
Traducciones detalladas de huirse de español a neerlandés
huirse:
-
huirse (largarse; marcharse; salir; irse; escaparse; despedirse a la francesa; tomar las de Villadiego; coger las de Villadiego; fugarse; evadirse; irse pitando)
ervandoor gaan; zich uit de voeten maken; de plaat poetsen; hem smeren-
ervandoor gaan verbo (ga ervandoor, gaat ervandoor, ging ervandoor, gingen ervandoor, ervandoor gegaan)
-
zich uit de voeten maken verbo
-
de plaat poetsen verbo
-
hem smeren verbo
-