Inicio ->Diccionarios ->español/neerlandés ->Traducir vecino

Traducir vecino de español a neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Español a neerlandés: más información...

vecino:
- buurman; buur; omwonende
- omliggend; naburig; belendend; aangrenzend; aanpalend; omwonend; aanliggende; aanliggend
Wiktionary:
- vecino → aangrenzend, dichtbijgelegen, naburig
- vecino → buur, buurman
- vecino → aangrenzend, plaatselijke bewoner, buur, buren, buurvrouw, buurman, aanwonende

Español

Traducciones detalladas de vecino de español a neerlandés

vecino:

vecino [el ~] sustantivo

el vecino (vecina)
de buurman
- buurman [de ~ (m)] sustantivo
el vecino (vecina)
de buur
- buur [de ~ (m)] sustantivo
el vecino
de omwonende
- omwonende [de ~] sustantivo

vecino adj.

vecino (limítrofe; adyacente)
omliggend; naburig; belendend
- omliggend adj.
- naburig adj.
- belendend adj.
vecino (adyacente; limítrofe)
aangrenzend; aanpalend; belendend
- aangrenzend adj.
- aanpalend adj.
- belendend adj.
vecino
omwonend
- omwonend adj.
vecino
aanliggende
- aanliggende adj.
vecino (adyacente; contiguo; colindante; limítrofe)
aanliggend
- aanliggend adj.

Translation Matrix for vecino:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
buur	vecina; vecino
buurman	vecina; vecino
omwonende	vecino
Adjective	Traducciones relacionadas	Other Translations
aangrenzend	adyacente; limítrofe; vecino
aanliggend	adyacente; colindante; contiguo; limítrofe; vecino
aanpalend	adyacente; limítrofe; vecino
belendend	adyacente; limítrofe; vecino
naburig	adyacente; limítrofe; vecino
omliggend	adyacente; limítrofe; vecino
omwonend	vecino
Modifier	Traducciones relacionadas	Other Translations
aanliggende	vecino

Palabras relacionadas con "vecino":

vecina, vecinas

Sinónimos de "vecino":

aproximado; cercano; próximo; contiguo
junto; unido; adyacente; anejo; adjunto; yuxtapuesto; conexo; inmediato; pegado; acoplado; fusionado; ligado
lateral; fronterizo; limítrofe; anexo; colateral; supletorio
colindante; confinante; lindero; rayano; aledaño
lindante; rayana

Wiktionary: vecino

vecino

adjective

rechtstreeks grenzend aan iets anders
- aangrenzend → limítrofe; adyacente; colindante; contiguo; vecino; inmediato; confinante; aledaño
nabijgelegen
- dichtbijgelegen → adyacente; contiguo; vecino
in de buurt ervan gelegen
- naburig → adyacente; cercano; contiguo; vecino

noun

een persoon die in andermans omgeving woont
- buur → vecino
een man naast wie men woont
- buurman → vecino

Cross Translation:

From	To	Via
• vecino	→ aangrenzend	↔ contiguous — adjacent, neighboring
• vecino	→ plaatselijke bewoner	↔ local — a person who lives nearby
• vecino	→ buur; buren; buurvrouw; buurman	↔ neighbour — a person living on adjacent or nearby land
• vecino	→ buurman	↔ Nachbar — in unmittelbarer Nähe wohnende Person
• vecino	→ aanwonende	↔ Anwohner — jemand, der unmittelbar neben etwas wohnt, dessen Grundstück an etwas angrenzt
• vecino	→ buurman	↔ voisin — Celui qui demeure à côté

Traducciones relacionadas de vecino

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios