Interglot - emballage: resultados en francés y neerlandés encontrados en el Diccionario de traducción Interglot

Resumen

Francés a neerlandés: más información...

emballage:
- verpakking; omhulsel; huls; omkleedsel; omwindsel; doos; opbergdoos; emballage; pakking; verpakken; pakket; pakje; postpakket; baal; pak; buitenkant; inpakpapier; verpakkingspapier
Wiktionary:
- emballage → verpakking
- emballage → verpacking, emballage, omslag, verpakking

Neerlandés a francés: más información...

emballage:
- emballage; empaquetage; enveloppe; boîte; carton
Wiktionary:
- emballage → emballage

Francés

Traducciones detalladas de emballage de francés a neerlandés

emballage:

emballage [le ~] sustantivo

l'emballage (enveloppe; empaquetage; boîte; carton)
de verpakking; het omhulsel; de huls; het omkleedsel; het omwindsel
- verpakking [de ~ (v)] sustantivo
- omhulsel [het ~] sustantivo
- huls [de ~] sustantivo
- omkleedsel [het ~] sustantivo
- omwindsel [het ~] sustantivo
l'emballage (boîte à ranger; carton)
de doos; opbergdoos
- doos [de ~] sustantivo
- opbergdoos [znw.] sustantivo
l'emballage (empaquetage; enveloppe; boîte; carton)
de verpakking; de emballage
- verpakking [de ~ (v)] sustantivo
- emballage [de ~ (v)] sustantivo
l'emballage
de pakking
- pakking [de ~ (v)] sustantivo
l'emballage
verpakken
- verpakken [znw.] sustantivo
l'emballage (paquet; paquet-poste; boîte; colis postal; tranche; carton; empaquetage)
het pakket; het pakje; het postpakket
- pakket [het ~] sustantivo
- pakje [het ~] sustantivo
- postpakket [het ~] sustantivo
l'emballage (ballot; paquet; bourse; balle; peloton; empaquetage)
de baal; de pak
- baal [de ~] sustantivo
- pak [de ~ (m)] sustantivo
l'emballage (empaquetage; boîte; carton; enveloppe)
het omhulsel; de buitenkant; de huls; het omwindsel; het omkleedsel
- omhulsel [het ~] sustantivo
- buitenkant [de ~ (m)] sustantivo
- huls [de ~] sustantivo
- omwindsel [het ~] sustantivo
- omkleedsel [het ~] sustantivo
l'emballage (papier d'emballage)
inpakpapier; verpakkingspapier
- inpakpapier [znw.] sustantivo
- verpakkingspapier [znw.] sustantivo

Translation Matrix for emballage:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
baal	balle; ballot; bourse; emballage; empaquetage; paquet; peloton
buitenkant	boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe	air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; côté extérieur; dehors; extérieur; face externe; figure; forme; mine; physique
doos	boîte à ranger; carton; emballage	boîte; maison d'arrêt; maison de correction; maison de détention; prison; pénitencier; établissement pénitentiaire
emballage	boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
huls	boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
inpakpapier	emballage; papier d'emballage
omhulsel	boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
omkleedsel	boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
omwindsel	boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
opbergdoos	boîte à ranger; carton; emballage
pak	balle; ballot; bourse; emballage; empaquetage; paquet; peloton	complet; costume; costume sur mesure; costume trois-pièces; ensemble; tenue
pakje	boîte; carton; colis postal; emballage; empaquetage; paquet; paquet-poste; tranche
pakket	boîte; carton; colis postal; emballage; empaquetage; paquet; paquet-poste; tranche	package; paquet
pakking	emballage
postpakket	boîte; carton; colis postal; emballage; empaquetage; paquet; paquet-poste; tranche
verpakken	emballage
verpakking	boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe	conditionnement
verpakkingspapier	emballage; papier d'emballage
Verb	Traducciones relacionadas	Other Translations
verpakken		cartonner; couvrir; emballer; empaqueter; envelopper; faire ses malles; faire un paquet de; inclure dans un wrapper; recouvrir

Sinónimos de "emballage":

ballotin; blister; habillage; boîte; récipient; contenant; boîtier; coffre; cassette; caisse; carton; écrin; étui; trousse; nécessaire; tronc; cadre; cageot; cantine; enveloppe; container; malle; valise; tenant; conditionnement; sprint; empaquetage; encartonnage; fourreau; gaine; housse; cosse; gousse; bogue; écaille; carapace; gangue; manutention; manipulation; transport; levage; chargement; déchargement; réceptacle; réservoir; ustensile; pot; bouteille; bocal; vase; plat; seau; cuve

Wiktionary: emballage

emballage

noun

Résultat d'emballer
- emballage → verpakking

emballage

noun

het materiaal waarin iets verpakt is
- verpakking → emballage

Cross Translation:

From	To	Via
• emballage	→ verpacking; emballage	↔ Verpackung — Hülle, Behälter, Umhüllung, in die etwas verpackt ist
• emballage	→ omslag; verpakking	↔ wrapper — something that is wrapped around something else as a cover or protection

Traducciones relacionadas de emballage

Neerlandés

Traducciones detalladas de emballage de neerlandés a francés

emballage:

emballage [de ~ (v)] sustantivo

de emballage (verpakking)
l'emballage; l'empaquetage; l'enveloppe; la boîte; le carton
- emballage [le ~] sustantivo
- empaquetage [le ~] sustantivo
- enveloppe [la ~] sustantivo
- boîte [la ~] sustantivo
- carton [le ~] sustantivo

Translation Matrix for emballage:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
boîte	emballage; verpakking	bajes; bak; blik; blikje; box; buitenkant; bus; doos; gevangenis; huls; kistje; kratje; lik; nor; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergblik; opbergruimte; pakje; pakket; petoet; postpakket; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats; trommel; verpakking
carton	emballage; verpakking	bierviltje; bordpapier; box; buitenkant; doos; huls; karton; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; opbergruimte; pakje; pakket; postpakket; verpakking
emballage	emballage; verpakking	baal; buitenkant; doos; huls; inpakpapier; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; pak; pakje; pakket; pakking; postpakket; verpakken; verpakking; verpakkingspapier
empaquetage	emballage; verpakking	baal; buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; pak; pakje; pakket; postpakket; verpakking
enveloppe	emballage; verpakking	boekomslag; briefomslag; buitenkant; couvert; envelop; enveloppe; huls; kaft; omhulsel; omkleedsel; omslag; omwindsel; schaal; schelp; verpakking; wikkel

Wiktionary: emballage

Cross Translation:

From	To	Via
• emballage	→ emballage	↔ Verpackung — Hülle, Behälter, Umhüllung, in die etwas verpackt ist

Resultados de emballage en francés y neerlandés

Traducciones detalladas de emballage de francés a neerlandés

emballage:

emballage [le ~] sustantivo

l'emballage (enveloppe; empaquetage; boîte; carton)

l'emballage (boîte à ranger; carton)

l'emballage (empaquetage; enveloppe; boîte; carton)

l'emballage

l'emballage

l'emballage (paquet; paquet-poste; boîte; colis postal; tranche; carton; empaquetage)

l'emballage (ballot; paquet; bourse; balle; peloton; empaquetage)

l'emballage (empaquetage; boîte; carton; enveloppe)

l'emballage (papier d'emballage)

Translation Matrix for emballage:

Sinónimos de "emballage":

Wiktionary: emballage

Traducciones relacionadas de emballage

Traducciones detalladas de emballage de neerlandés a francés

emballage:

emballage [de ~ (v)] sustantivo

de emballage (verpakking)

Translation Matrix for emballage:

Wiktionary: emballage