Resumen
Francés a neerlandés: más información...
-
à la:
-
Wiktionary:
à la → tot
aléa → gewaagdheid, risico, waag, waagstuk, onzekerheid, spanning -
Sinónimos de "aléa":
achoppement; obstacle; difficulté; embarras; problème; hasard; fortune; coïncidence; risque; chance; danger; veine; aubaine; occasion; occurrence; dessein; sort; fatalité; insuccès; déconvenue; défaite; échec; faillite; fiasco; four; revers; ruine; péripétie; événement; épisode; incident; rebondissement; aventure; avatar; mésaventure; trouble; responsabilté; tuile; accident; catastrophe; malchance
-
Wiktionary:
Francés
Traducciones detalladas de à la de francés a neerlandés
à la: (*Aplicando el separador de palabras y frases)
- A: A; EVERYONE
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- la: de
- là: daar; daarheen; die kant uit; daarginds; ginder; ginds; aldaar; bij; erbij; erop
Sugerencias ortográficas de: à la
aléa:
Sinónimos de "aléa":
Wiktionary: aléa
aléa
noun
-
désuet|fr chance bonne ou mauvaise.
- aléa → gewaagdheid; risico; waag; waagstuk; onzekerheid; spanning
Traducciones automáticas externas:
Traducciones relacionadas de à la
Neerlandés