Resumen
Francés a neerlandés: más información...
-
faire tort à:
- martelen; kwellen; folteren; pijnigen; achterstellen; discrimineren; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; benadelen; duperen; nadeel toebrengen; nadeel berokkenen; aantasten; bezoedelen; eer door het slijk halen; pijn doen; kwetsen; krenken; zeer doen; grieven; nadelig zijn; kwaad doen; verwonden; pijn bezorgen
-
Wiktionary:
- faire tort à → benadelen
Francés
Traducciones detalladas de faire tort à de francés a neerlandés
faire tort à:
-
faire tort à (torturer; tourmenter; martyriser; blesser; tenailler)
-
faire tort à (désavantager; discriminer; léser; porter préjudice à)
-
faire tort à (causer des dégâts; nuire; désavantager; blesser; léser)
schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; benadelen; duperen; nadeel toebrengen-
schade berokkenen verbo (berokken schade, berokkent schade, berokkende schade, berokkenden schade, schade berokkend)
-
schade toebrengen aan verbo (breng schade toe aan, brengt schade toe aan, bracht schade toe aan, brachten schade toe aan, volbracht schade toe aan)
-
nadeel toebrengen verbo (breng nadeel toe, brengt nadeel toe, bracht nadeel toe, brachten nadeel toe, nadeel toegebracht)
-
-
faire tort à (blesser; nuire à; désavantager; endommager; nuire; léser; duper; meurtrir; injurier; desservir; faire du tort à; porter préjudice à; causer des dégâts; faire du mal à quelqu'un)
benadelen; nadeel berokkenen-
nadeel berokkenen verbo (berokken nadeel, berokkent nadeel, berokkende nadeel, berokkenden nadeel, nadeel berokkend)
-
faire tort à (traîner l'honneur dans la boue; nuire)
-
faire tort à (navrer; insulter; faire de la peine à; blesser; faire du mal; offenser; faire du tort à; faire mal; nuire à; choquer; froisser)
-
faire tort à (nuire; duper; nuire à; desservir; endommager; causer des dégâts; désavantager; porter préjudice à)
schaden; nadelig zijn; kwaad doen-
nadelig zijn verbo (ben nadelig, bent nadelig, is nadelig, was nadelig, waren nadelig, nadelig geweest)
-
faire tort à (faire du mal; blesser; abîmer; amocher; faire mal; froisser; faire de la peine à; faire du tort à)
Translation Matrix for faire tort à:
Wiktionary: faire tort à
faire tort à
verb
-
iemand of iets nadeel toebrengen, iemand of iets schade toebrengen