Interglot - "fermeture" traducido de francés a neerlandés

Resumen

Francés a neerlandés: más información...

fermeture:
- afsluiting; sluiting; het afsluiten; dichtmaken; dichtdoen; dichtdraaien; termijn; sluitingstermijn; tijdlimiet; afschaffing; opheffing

Francés

Traducciones detalladas de fermeture de francés a neerlandés

la fermeture (clôture; verrouillage; barrage; fermoir)
de afsluiting; de sluiting; het afsluiten; dichtmaken
- afsluiting [de ~ (v)] sustantivo
- sluiting [de ~ (v)] sustantivo
- het afsluiten [znw.] sustantivo
- dichtmaken [znw.] sustantivo
la fermeture (verrouillage)
dichtdoen; dichtdraaien
- dichtdoen [znw.] sustantivo
- dichtdraaien [znw.] sustantivo
la fermeture (date de fermeture; terme; délai; date de clôture)
de termijn; sluitingstermijn; de tijdlimiet
- termijn [de ~ (m)] sustantivo
- sluitingstermijn [znw.] sustantivo
- tijdlimiet [de ~] sustantivo
la fermeture (suppression; soulèvement; liquidation)
de afschaffing; de opheffing
- afschaffing [de ~ (v)] sustantivo
- opheffing [de ~ (v)] sustantivo

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
afschaffing	fermeture; liquidation; soulèvement; suppression	abolition; abrogation; abstention; abstinence; suppression
afsluiting	barrage; clôture; fermeture; fermoir; verrouillage	barrage; barricade; clôture
dichtdoen	fermeture; verrouillage
dichtdraaien	fermeture; verrouillage
dichtmaken	barrage; clôture; fermeture; fermoir; verrouillage
het afsluiten	barrage; clôture; fermeture; fermoir; verrouillage
opheffing	fermeture; liquidation; soulèvement; suppression	cessation; levée; relèvement; surgissement; élévation
sluiting	barrage; clôture; fermeture; fermoir; verrouillage	achèvement; cessation; clôture; fermeture à glissière; fermeture éclair; fin; tirette; zip
sluitingstermijn	date de clôture; date de fermeture; délai; fermeture; terme
termijn	date de clôture; date de fermeture; délai; fermeture; terme	délai; laps de temps; période; temps d'écoulement
tijdlimiet	date de clôture; date de fermeture; délai; fermeture; terme
Verb	Traducciones relacionadas	Other Translations
dichtdoen		apposer les scellés; boucler; boutonner; cacheter; cadenasser; clore; fermer; fermer au verrou; fermer à clé; verrouiller
dichtdraaien		fermer; fermer en tournant; serrer
dichtmaken		apposer les scellés; boucler; cacheter; calfeutrer; clore; colmater; fermer; fermer au verrou; obturer; taper; verrouiller

Traducciones automáticas externas: