Francés
Traducciones detalladas de s'élargir de francés a neerlandés
s'élargir:
-
s'élargir (s'amplifier; augmenter; accroître; croître; grandir; agrandir; grossir; amplifier; s'étendre; s'accroître; s'agrandir)
groeien; toenemen; stijgen; vermeerderen; groter worden; aanwinnen; aangroeien; aanzwellen; opzetten; aanwassen; gedijen; de hoogte ingaan; omhooggaan-
de hoogte ingaan verbo (ga de hoogte in, gaat de hoogte in, ging de hoogte in, gingen de hoogte in, de hoogte ingegeaan)
-
s'élargir (rallonger; allonger; étendre; prolonger; étirer; s'étirer)
Translation Matrix for s'élargir:
Traducciones automáticas externas: