Francés

Traducciones detalladas de s'entremettre de francés a neerlandés

s'entremettre:

s'entremettre verbo

  1. s'entremettre (interrompre; intervenir; s'interposer)
    onderbreken; interrumperen; in de rede vallen
    • onderbreken verbo (onderbreek, onderbreekt, onderbrak, onderbraken, onderbroken)
    • interrumperen verbo (interrumpeer, interrumpeert, interrumpeerde, interrumpeerden, geïnterrumpeerd)
    • in de rede vallen verbo (val in de rede, valt in de rede, viel in de rede, vielen in de rede, in de rede gevallen)
  2. s'entremettre (s'interposer; intervenir; intercéder; intercéder en faveur de qn)
    interfereren; interveniëren; tussenkomen; ingrijpen; interrumperen; bemiddelen; tussenbeide komen
    • interfereren verbo (interfereer, interfereert, interfereerde, interfereerden, geïnterfereerd)
    • interveniëren verbo (interveniëer, interveniëert, interveniëerde, interveniëerden, geïnterveniëerd)
    • tussenkomen verbo (kom tussen, komt tussen, kwam tussen, kwamen tussen, tussengekomen)
    • ingrijpen verbo (grijp in, grijpt in, greep in, grepen in, ingegrepen)
    • interrumperen verbo (interrumpeer, interrumpeert, interrumpeerde, interrumpeerden, geïnterrumpeerd)
    • bemiddelen verbo (bemiddel, bemiddelt, bemiddelde, bemiddelden, bemiddeld)
    • tussenbeide komen verbo (kom tussenbeide, komt tussenbeide, kwam tussenbeide, kwamen tussenbeide, tussenbeide gekomen)

Translation Matrix for s'entremettre:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
onderbreken interruption; pause; suspension
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bemiddelen intercéder; intercéder en faveur de qn; intervenir; s'entremettre; s'interposer concilier; négocier; servir de médiateur dans
in de rede vallen interrompre; intervenir; s'entremettre; s'interposer
ingrijpen intercéder; intercéder en faveur de qn; intervenir; s'entremettre; s'interposer prendre; saisir; se servir
interfereren intercéder; intercéder en faveur de qn; intervenir; s'entremettre; s'interposer
interrumperen intercéder; intercéder en faveur de qn; interrompre; intervenir; s'entremettre; s'interposer
interveniëren intercéder; intercéder en faveur de qn; intervenir; s'entremettre; s'interposer
onderbreken interrompre; intervenir; s'entremettre; s'interposer bloquer; faire arrêter; interrompre; obstruer
tussenbeide komen intercéder; intercéder en faveur de qn; intervenir; s'entremettre; s'interposer
tussenkomen intercéder; intercéder en faveur de qn; intervenir; s'entremettre; s'interposer concilier; négocier; servir de médiateur dans